Lees

Overlevingsstand

“Wil je anders even binnenkomen?” vraagt Marjolein in de deuropening. Ik sta op haar stoep met Lieve en Pepijn, een step en een tasje schoolwerk. We doen een studentenuitwisselingsproject. De ene dag doet haar zoon de rekenwerkjes en dictees bij ons, de andere dag doet Lieve het daar. Het is een gouden greep. Met z’n tweeën aan de keukentafel werkt het ineens een stuk sneller, vooral aangezien Lieve beter is in rekenen en daar het tempo hooghoudt en Bastiaan een betere lezer is en daar Lieve mee op sleeptouw neemt.

Marjolein is net verhuisd, ze woont nu twee straten verderop, met man, konijnen en vier kinderen, waaronder één baby. Het huis staat tot het plafond vol met verhuisdozen, stapels speelgoed, knutselwerken en vuile vaat. De bank is bezaaid met tekeningen en knuffels en de piano bedolven onder de kaartjes en bankafschriften. In het midden van de chaos staat een zeer gelukkige en stralende vriendin en dartelen vrolijke kinderen. Het is een heerlijk groot huis met frisse saliegroene muren. Maar ik voel meteen een knoop in m’n maag. Omdat ik wel veel aan ze heb gedacht de afgelopen periode, maar niks heb gedaan. Ik had ovenschotels langs willen brengen, de kinderen op willen vangen, een muur willen verven, een tafel willen sjouwen. Ik heb dat allemaal niet gedaan. En toen die kans verkeken was heb ik ook geen hoera-een-nieuw-huis-kaartje gestuurd, geen bloemen langsgebracht, geen verse appeltaart gebakken. Helemaal niks. Ik was te druk met zelf alle zeilen bijzetten.

En Marjolein is niet de enige. Ik had er ook willen zijn voor Sarah, die na een scheiding ineens met twee stuiterballen in een piepklein huisje zit en het hele gebeuren alleen moet doen. Voor Elke, die samen met haar vriend theatervoorstellingen maakt en in één klap geen inkomen meer heeft. Voor Helen die op de bank probeert te herstellen van een burn-out en vent en stiefkinderen daar ineens bij kwamen zitten.

Ik stond in de overlevingsstand, ik moest oogkleppen op om te kunnen focussen op m’n gezin en mezelf. Het kon niet anders. Maar toch. Ze hebben geworsteld en ik was er niet. Dat voelt rot.

“Ach lieverd,” zegt Marjolein, “ik heb het gevoeld. Echt.” Ze legt het schooltasje van Lieve naast alle andere schoolspullen op de grote keukentafel en schenkt koffie voor me in. We kletsen en lachen. Had ik maar een appeltaart gebakken. Dat zou er echt goed bij smaken.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

2 Reacties

  • Reageer Jol 5 juni 2020 at 15:22

    Ontzettend dankjewel voor dit stuk! Want precies dat! Zoveel vriendinnen die ik had moeten helpen. Maar ik moe(s)t ook op mezelf focussen met gezin, werk en deeltijdopleiding Pabo. Ik voelde me zo schuldig door alle belletjes die ik niet heb gedaan en de bossen bloemen die ik niet heb verstuurd en het luisteren wat ik niet heb gedaan. En nu ik dit lees, herken ik het zo dat er een last van mijn schouder valt. 🙂

    • Reageer Sanne Windey 6 juni 2020 at 11:55

      Dat vind ik ontzettend mooi om te horen! En succes!

    Laat je reactie achter