Lees

Ik ben zoooooo moe

Ik lig doodstil. En ontspannen. En dat op woensdagmiddag om kwart over twaalf. Ik ben in de reikipraktijk van Rianne. Haar handen liggen op mijn voorhoofd. Hoewel ik daar in totale rust lig, is het onder die handen tamelijk druk. Honderd-en-één gedachtes schieten door mijn hoofd. En dan weer een gedachte over die gedachtes. Mijn hoofd lijkt wel een flipperkast, bedenk ik dan. Ieder keer als de ene gedachte is uitgestuiterd schiet ik weer een nieuwe de flipperkast in. Rianne verplaatst haar handen.

“Ha Rianne,” appte ik haar vorige week. “Over twee weken zomervakantie. Ik ben er nu al zo aan toe, dus denk dat het wel fijn is voor die tijd weer eens een reikisessie bij je toe doen. Heb je nog ergens tijd voor me?” En direct daar achteraan: “Als ik al een paar weken roep dat ik zoooo moe ben, dan is dat wel een teken hè?”

Ja, ik ben moe. Maar ook hyper. Omdat ik de laatste twee weken voor de zomervakantie echt dingen wil afronden en inplannen, zodat ik ook eens twee of drie weken vrij kan zijn. En doordat ik al een paar maanden op adrenaline ga. Waar ik overigens niet de enige in ben lees ik in dit NRC-artikel dat een vriendin mij appte. “De coronacrisis heeft ons brein uitgeput,” lees ik in de kop. Hoogleraar cognitieve psychologie Stefan van der Stigchel vertelt in dat artikel dat de coronacrisis veel ingrijpender is geweest dan we tot nu toe beseffen. Dat we eigenlijk veel te lang vooral op adrenaline hebben gedraaid, waardoor we nu mentaal uitgeput zijn.

“Ik voel me niet zo goed, ik ga even liggen.”

De combinatie moe en hyper is lastig. Want ik kreeg deze week een paar keer een appelflauwte als ik per ongeluk toch weer even in de vijfde versnelling ging. Al een paar keer hoorde ik mezelf tegen Henno zeggen: “Ik voel me niet zo goed, ik ga even liggen.”

“Ik voel me niet zo lekker.” Toen ik jaren geleden die zin een keer in de zomer uitsprak, reageerde Henno met: “Jij voelt je al maanden niet zo lekker. Misschien moet je eens gaan nadenken.” Vervolgens ontdekte ik dat ik onder de stress zat en veel te lang had doorgerend. Doorrennen blijkt mijn kernkwaliteit en daar heb ik heel wat zomervakanties voor moeten boeten. Je adrenalineniveau neemt namelijk niet ook zomaar vakantie. “Je hoofd kan wel bedenken dat je re­laxed bent als je op vakantie gaat,” schrijf ik in mijn boek Mom You Can, “maar in je lichaam vieren de stresshormonen nog feest. Die zijn niet zomaar rustig. Je energie moet je langzaam terugverdienen.” Dat dat zo werkt leerde ik alleen pas nadat ik menig vakantie had mis laten lopen.

Inmiddels ben ik ouder en wijzer (ja ja) en trek ik iets eerder aan de bel.
“Dat is wel een teken ja,” appte Rianne vorige week terug. En: “Ik had je al verwacht.” God, hoe voorspelbaar kan je blijkbaar zijn?

Inmiddels zijn haar handen afgezakt naar mijn sleutelbeenderen. De flipperkastballen volgen elkaar iets minder snel op. Het was een jaar geleden dat ik hier voor het laatst lag. Ook vlak voor de zomervakantie. Rianne en ik gaan inmiddels al heel wat jaren terug. Ik kwam voor het eerst bij haar toen mijn slaapritme ernstig was verstoord door de gebroken nachten met Teun. Een paar Reiki-sessies hielpen me destijds mijn verstoorde patroon weer te resetten. Ik weet eigenlijk nog steeds niet precies wat Reiki is. Ben nog steeds van plan het eens op te zoeken (hup nog iets op dat to-do-lijstje). Maar wat ik wel weet is dat het me een excuus geeft om een uur stil te liggen op een bank. Dat het me dwingt even de pauzeknop in te drukken. En dat ik na dat uur ongeveer hetzelfde gevoel heb als na een dagje sauna. Met het risico dat ik weer wil gaan rennen. Dat dan weer wel. Gelukkig heb ik volgende week nog een afspraak staan.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter