Welkom in de wereld van speeldates (een drieluik)

Het is zo ver. Je fietst niet met één kind naar huis maar hebt er één of twee extra op de terugweg. Of je kunt kindloos huiswaarts omdat je zoon met een klasgenootje meegaat. Welkom in de wereld van de speeldates! Als dit een nieuw tijdperk voor je is, dan is het niet vreemd als je je wat dingen afvraagt. Hoe ga je om met het schoolpleindrama als er niemand wil spelen? Wat doe je met dat ene vriendje dat steeds over je grenzen gaat? En hoe ga je om met een kind dat krijst dat hij nog niet naar huis wil?

In dit blog vertelt opvoedkundige Eva Bronsveld hoe je het schoolpleinleed kunt voorkomen. In het volgende deel meer over als de speeldate geregeld is en deze bij jou thuis is.

1. De speeldate gaat niet door of niemand wil spelen

Het grote schoolpleinleed: je zoon of dochter wil graag afspreken, maar niemand kan. Of (erger nog) zijn vriendje heeft plotseling met iemand anders afgesproken. Wees gerust, dat overkomt niet alleen jouw telg, daar krijgt ieder kind mee te maken. Balen dus, en dat kan dan ook resulteren in een huil- of driftbui. Het kan zomaar zijn dat je dan een van de volgende – volledig menselijke – neigingen hebt:

• Je probeert er snel overheen te stappen: ‘Kom, dan gaan we snel naar huis iets lekkers eten.’
• Je ontkent het gevoel: ‘Ah joh, zo erg is het toch niet, je kunt morgen weer afspreken.’
• Je probeert je kind op te vrolijken: ‘Zullen wij dan samen naar de speeltuin gaan?’
• Je komt gelijk met een oplossing: ‘Zullen we anders Björn bellen? Die kan misschien wel met je spelen?’

Nogal logisch, want het is ook helemaal niet leuk om te zien dat je kind teleurgesteld wordt. Maar voor veel kinderen werkt het juist beter om stil te staan bij de teleurstelling:

• ‘Ah jongen toch, dat is balen zeg. Je wilde zo graag afspreken en nu kan niemand. Hè toch.’
• ‘Jee lieverd, dat is verdrietig ja. Je had je er zo op verheugd om met Lisa te gaan spelen en nu gaat ze toch bij Saar. Kom maar bij mij zitten, ik hou je even vast.’

Ga op dat moment ook liever niet in op de hele situatie. Misschien is het wel oneerlijk en had dat andere kind wel aan jouw kind beloofd om af te spreken, maar dat verandert niks aan de situatie. Het is voor jouw kind makkelijker te accepteren dat het nu eenmaal zo is, als hij dat jou ook ziet doen.

2. Als je al andere plannen hebt

Een ander scenario dat tot een scene kan leiden is dat je kind verrukt uit school komt met een vriendje, maar dat jij al andere plannen had. Het is voor een kind wel fijn als hij vooraf duidelijk weet of hij af kan spreken of niet. Het kan natuurlijk gebeuren, maar het is toch een beetje sneu als twee kinderen onderling al helemaal hebben bedacht om samen met de nieuwe Skylanders te gaan spelen en om drie uur te horen krijgen dat dit niet kan, omdat jij bedacht had dat jullie vanmiddag nieuwe schoenen moeten kopen.

Een weekplanner (deze is heel handig!) kan een oplossing bieden. Dan kan je kind aan het begin van de week al zien op welke dagen hij wel kan afspreken. Vertel het dan ’s ochtends ook nog even: ‘Weet je nog, vandaag kun je niet afspreken hè? Morgen kan het weer wel.’ Vergeet je kind het steeds en staat hij met enige regelmaat met een klasgenootje voor zijn neus op dagen dat het niet kon, dan kun je eventueel een teken op zijn hand zetten. Een rondje is bijvoorbeeld wel afspreken en een kruisje niet.

3. Logistieke uitdagingen

Dat hele afspreekgebeuren kan nog wel eens op logistieke uitdagingen stuiten: het ene kind gaat op dinsdag en donderdag na school naar de opvang en de ander moet op woensdag naar zwemles of voetbal. Merk je dat je kind met een klasgenootje wil afspreken, maar het gaat om die reden steeds lastig, dan kun je je kind best helpen door een appje of een mailtje te sturen naar de ouder van het klasgenootje om samen een datum te prikken. Met dat berichtje kun je eventueel gelijk checken of dat vriendje ook op die date had gerekend.

4. Leg je kind zo nodig een beetje uit hoe het werkt

Meestal loopt het allemaal vanzelf wel los, maar soms kan het wel helpen om je kind wat etiquette bij te brengen. Bijvoorbeeld door te vertellen dat als hij met een vriendje afspreekt, hij er daarna niet opeens met een ander vriendje vandoor kan gaan. Leg dan ook uit waarom niet. ‘Omdat het zo hoort’ is een heel slechte reden, maar als je kind begrijpt dat dat andere kind dan plotseling niemand heeft om mee te spelen omdat hij zijn middag vrijhield voor hem, dan snapt hij het waarschijnlijk wel.

Samen spelen, wat nou delen

Deze informatie komt uit het boek ‘Samen spelen, wat nou delen’, dat Elsbeth samen met opvoedkundige Eva Bronsveld schreef. Dit boek gaat over vriendschap tussen kinderen, over speelgoed delen en sorry zeggen, over de band tussen broertjes en zusjes en over zelf leren ruzies leren oplossen. Interesse?
Eva en ik zijn op dit moment bezig en remake van het boek te maken. Die is pas eind dit jaar verkrijgbaar. Het huidige boek is op dit moment alleen nog als e-book of tweedehands verkrijgbaar. Het e-book van Samen Spelen, wat nou delen kost €9,99 en is online hier te koop. in Kobo-plus is hij gratis voor abonnees en ik zag dat hij in Storytel ook als ebook te lezen is. Als je Storytel een maand gratis wilt uitproberen dan dat via mijn persoonlijke Storytel-pagina.