Hoewel ik heel zeker weet dat ik nooit meer een baby krijg, kan ik het toch niet laten om altijd nog even op de babyafdeling te snuffelen in kledingzaken. Er is momenteel altijd wel een vriendin zwanger of net bevallen, dus ik mag gelukkig nog regelmatig “los” met piepkleine rompertjes en babysokjes. Tegenwoordig weet ik goed wat ik aan moet schaffen, maar dat was zo’n zes jaar geleden wel anders. Zoveel keus, maar welke babykleding moest ik nou kopen? Inmiddels ben ik twee eigen baby’s verder en zet ik wat tips voor babykleertjes op een rij.
De goede maat
Bij de eerste keer babykleding kopen was ik even in de war. Zelf draag ik maat 40 of 42 maar babykleding begon bij 50. Hoe zit dat dan? De maten voor baby- en kinderkleding is gerelateerd aan de lengte van het kind en maten gaan per zes centimeter. Dus 50, 56, 62 tot maat 176. Welke maat gemiddeld past bij welke leeftijd, zie je in dit handige overzicht. Koop je kleding als kraamcadeau? Schaf dan maat 62 of groter aan, vaak ligt de kast van een newborn al vol met maat 50 en 56 en hebben ze meer aan een maatje groter.
Hou je in!
Winkelen als je (hoog)zwanger bent, onder invloed van hormonen, dat kan totaal hysterisch zijn. Kortgezegd koop je het liefst álles. Dat zachte boxpakje, die schattige sneakertjes (onmogelijk om aan te trekken, maar dat terzijde), tachtig matching mutsjes en ga zo maar door. Er is zoveel leuks, maar wat past je baby als hij vers uit jouw buik komt? Bij mijn oudste zei de verloskundige dat ik zwanger was van een groot kind. Ik kocht daarom vooral maat 56 en liet maatje 50 liggen. Maar wat bleek? Hij was een hele gemiddelde baby en maat 56 was veel te groot. Gelukkig kun je tegenwoordig super snel leuke babykleding online aanschaffen en dat is dan ook wat ik deed vanaf mijn kraambed. Mijn tip? Hou je in en koop zowel van maat 50 als 56 een beetje en kijk na de geboorte wat jouw baby nodig heeft.
Gaat het makkelijk aan?
Die kleine armpjes door mouwen wurmen, een shirt over het kwetsbare hoofd aantrekken, sokjes om die krultenen … Als ik eraan terugdenk krijg ik het weer warm. Aan- en uitkleden vonden mijn baby’s écht niet leuk. Vooral niet net na het badje of middenin de nacht. Ik kwam er daarom al snel achter dat babykleding vooral makkelijk aan en uit moet kunnen. Fijn zijn daarom overslagrompers en -truitjes die niet over het hoofd hoeven. Let bij boxpakjes op dat er een sluiting aan de onderkant zit, zodat je tijdens het verschonen niet het hele pak uit hoeft te trekken
Kijk of het lekker ligt
Een baby met een hoodie ziet er natuurlijk cool uit, maar vraag je ook af of het lekker ligt. De eerste maanden liggen baby’s vooral op hun rug. En wie wil er nou een bult van een capuchon in zijn nek als hij lekker ligt te chillen in de box? Ook broeken met kontzakken lijken ultiem schattig, maar wat gaat je baby daarin bewaren? Zijn mini-smartphone of sleutels van zijn trapauto?
Even voelen
Als je dag vooral bestaat uit slapen en liggen, dan wil je toch het liefst een huispak van de allerzachtste stof aan? Koop je babykleding, houd de stof dan tegen de bovenkant van je hand of wang om te voelen hoe zacht het is. Kriebelt het? Laat het liggen. Spijkerstof? Lijkt leuk, maar is voor een baby wel erg stug. Check ook altijd labeltjes en naadjes, niets zo vervelend als een labeltje dat irriteert in je nek terwijl je je ledematen nog niet kunt bedienen om te krabben.
Dit artikel is totstandgekomen in samenwerking met HEMA
Geen reacties