Net als vorig jaar sluiten we dit jaar af met elke dag een terugblik op 2021 van steeds iemand anders uit ons bloggersteam. Vandaag blikt Miloe vanuit het jaar 2041 terug op dit jaar. Als ze bij haar dochter op bezoek is die dan dertig wordt.
April 2041, Winterswijk, Nederland
‘Mam. Appeltaart! Sinds wanneer bak jij taarten?’
‘Sinds nu. Omdat het een speciale dag is. Ik weet nog dat ik…’
‘Dat jij dertig werd, en een feestje gaf met twee vriendinnen. Die uitnodiging hing op je vijftigste nog op het prikbord van je werkkamer.’
Ik geef mijn dochter een kus. ‘Gefeliciteerd schat. Verder hing dat prikbord trouwens vol met ‘mama ik hou zoveel van jou’ briefjes en hartjes. Zeg, is Pip al wakker?’
‘Nog niet. Hoe is het met je boek?’
‘Ach. 67-jarige schrijfsters zijn niet zo in trek.’
‘Wat een onzin. Dit is je vierde boek over de vrouwen in je familie, de vorige twee waren ook een succes! Dat wordt deze ook.’
Ze kijkt me vragend aan. ‘Weet je nog dat ik als 10-jarig meisje elke avond op die boekenluisterapp, ongelofelijk dat we toen boeken luisterden, je eerste boek opzocht. Ik vond het zo erg dat mensen onaardige dingen schreven en jij spijt had dat je het zelf had ingesproken. Ik kende geen andere moeder die een boek had geschreven, laat staan ingesproken. Je was voor mij de allerstoerste moeder ever.’
‘Dat heb je me nooit verteld!’
‘Ik was tien mam. Dan zeg je dat soort dingen niet.’
Ik kijk naar de goudkleurige krullen op haar schouders en zie in een flits de bos lang witblond haar van twintig jaar geleden, hoor de dagelijkse ruzies over kammen en klitten. Kijk haar nu, rechercheur bij de politie, moeder van een peuter, getrouwd met Sem die een boerderij runt in de achterhoek. ‘Weet je nog veel van toen je tien jaar was?’ vraag ik.
‘Ja!’ zegt ze met volle mond. ‘Toen moesten we de hele tijd binnen blijven en elke dag een wattenstok door onze neus boren. God wat haatte ik die dingen. Jij kreeg stress als ik even hoestte of snifte, ik kon wéér geen feestje geven, school ging wéér dicht, er was wéér geen kerstdiner terwijl ik jouw mascara op wilde.’ Ze lacht. ‘Oh en jij en papa gingen live op hoe heet dat ook alweer, en papa vertelde over virussen. Zo gênant.’
‘Instagram.’
‘Ja! Gelukkig bestaat dat niet meer. Ik moet hem eens vragen waar dat virus gebleven is, iets met een c was het toch?’
Als ik wil antwoorden dat het stopte toen we die wattenstokken afschaften, staat ze op. ‘Even Pip uit bed halen.’
Ik staar naar de weilanden buiten en denk aan dat jaar, 2021, toen we wanhopig trachtten een virus te controleren dat zich aan geen enkele regel hield en iedereen ruzie maakte over wie gelijk had. Het overschaduwde de komst van mijn eerste boek.
‘Houd jij haar even vast?’ Mijn dochter duwt een mollige peuter in mijn armen. Haar warme lijfje krult zich op tegen mijn borst. Misschien ruiken kleinkinderen nog wel lekkerder dan je eigen kinderen. Ik wil haar zeggen dat het me spijt dat ik toen te gehaast, te gefrustreerd, te gestrest was. Dat het virus teveel bepaalde. Ze is me voor.
‘Het was ook gezellig, bedacht ik me net. Alles ging veel langzamer, we keken samen films, deden Scrabble, bakten wafels, gingen naar een boerderij waar ik schoolwerk maakte, papa was veel thuis en jullie waren ook relaxter dan andere ouders.
‘Relaxter?’
‘Ja, niet zo streng of bang. Papa zei steeds dat alles goedkwam en als ik verdrietig was over school of vriendinnen luisterde je naar me en bedachten we samen een plan.’
Ik glimlach. 2021. Het jaar van frustraties, stress, wattenstokken, films, scrabble en wafels. Het jaar van doorgaan als alles tegenzit. Het jaar dat niemand ooit zal vergeten.
Geen reacties