zwemles
Lees

Stomste dag van de week

Marloes is moeder van Willem (6 jaar) en Guusje (4 jaar) en blogt over haar rommelige en drukke leven.

“Oh het is alweer vrijdag, de stomste dag van de week! De ergste dag van mijn leven!” Stampvoetend komt mijn zesjarige moppersmurf de trap af. Het is overbodig om te vragen wat er aan de hand is, want ik weet waar hij op doelt. “Je hebt geen zin in zwemles vanmiddag he?” Ik trek hem bij me op schoot terwijl hij zucht vanuit zijn tenen. “Ik háát het!”

De afgelopen anderhalf jaar hebben we wat zwemles betreft al vele stadia doorlopen. Van ‘oh zwemles is zo leuk, ik wil elke dag naar zwemles’, via ‘ik ga nooit door dat gat zwemmen’ naar het huidige stadium ‘zwemles is het ergste van de wereld’. Inmiddels ben ik erachter waarom de wereld vergaat als het zwemlesdag is. Het diepe bad is te koud, met kleding zwemmen is vervelend, door het gat zwemmen is eng en de zwemjuf is streng.

Als een bondscoach sta ik peptalk te geven in de kleedkamer

“Ik weet het”, probeer ik hem te sussen, “ik vond het vroeger ook verschrikkelijk. Vooral als de badmeester met de haak kwam.” Met grote ogen kijkt hij me aan. “Maar toen ik eenmaal mijn zwemdiploma’s had, mocht ik op de camping wél alleen naar het zwembad.” Ik weet dat ik nu een troef inzet die gevoelig ligt. “Als jij voor de zomervakantie mag afzwemmen, dan mag jij op de camping ook samen met Dexx naar het zwembad.”

’s Middags in de kleedkamer sta ik als een bondscoach peptalk te geven terwijl ik zijn zwembroek bij hem aantrek. “En je weet het; goed opletten, rustig en netjes zwemmen, niet de hele tijd met je hoofd onder water als de juf iets uitlegt en niet lopen keten met die andere jongens.” Hij knikt en kordaat stapt hij richting het bad.

Moet je huilen mama?

Vanuit de kantine volg ik de zwemles door het raam. En waar ik maanden geleden nog weleens ben weggelopen omdat ik het geploeter in het water niet kon aanzien, blijf ik nu aan het raam gekluisterd. Een keurige schoolslag, strakke borstcrawl, moeiteloos watertrappen en een uitmuntende duik door het gat. Als dit geen afzwemmen wordt, weet ik het ook niet meer.

Drie kwartier later sta ik met de handdoek klaar om mijn kleine Pieter van den Hoogenband op te vangen. Het duurt lang en ik zie dat de zwemjuf de felbegeerde briefjes uitdeelt. Het zou toch niet? “MAMA! Mamakijk! Mama ik mag afzwemmen!!!” Trots als een pauw zwaait hij het doorweekte briefje voor mijn gezicht. Ik druk hem hard tegen me aan en geef een zoen op zijn natte haren. “Huil je mama?” Onderzoekende ogen kijken me aan. “Nee joh gekkie, dat is zweet, het is hier zo warm!”

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter