Lees, Zwanger

Wat doe ik hier?

Na een onrustige nacht en een niet al te soepele ochtend met een peuter die met een ochtendhumeur wakker werd en een kleuter die niet wilde aankleden, stap ik de auto uit. De parkeerplaats bij de kinderopvang loopt langzaam vol. Overal klinken dichtslaande deuren en kinderstemmen. “Kom maar schat, gaan we gauw naar binnen,” zeg ik tegen het in oranje vest verstopte jongetje in zijn kinderstoel.

Binnen lopen we onze vaste route. Van het handje aan de juf naar zijn bakje met reservekleding en knuffels. Ik til hem op, hij klemt z’n armen strak om m’n nek en ik houd hem even stevig vast. Met tegenzin maak ik me van onze knuffel los en doe ik m’n best hem enthousiast te bewegen naar de speltafel. Hij gaat aan tafel zitten en pakt een puzzel. Ik krijg zelfs zonder problemen een kus. “Dag mama,” roept hij blij. De tegenzin lijkt bij hem verdwenen.

Op naar een superinteressante training, spreek ik mijzelf optimistisch toe. Ik voel de baby in mijn buik trappelen. “Hé dame,” zeg ik. “Nog maar elf weken tot de uitgerekende datum, hopelijk zie ik je dan gauw!”

Mijn gedachten gaan terug naar de afgelopen maanden. Hoe onrustig en onzeker deze zwangerschap begon. Hoe ik van week zes tot en met week negen al elke week een echo kreeg. De vermoeidheid die kwam en ook in het tweede trimester niet wegging. Het uitbrengen van m’n boek. Het begin van mijn nieuwe baan. De drukte thuis met schoolgaande kleuter plus peuter. We hadden afgesproken dit keer niet te gaan verbouwen of verhuizen tijdens de zwangerschap, maar toch was het een hectische tijd. Nu is het zwanger zijn alweer bijna voorbij. En daar baal ik van.

Ik rijd de file in en denk; wat doe ik hier in vredesnaam. Ik wil naar huis. Alleen zijn. Cocoonen. Geen deadlines. M’n huis opruimen. Alles klaarmaken voor de baby. Voelen hoe dik m’n buik wordt omdat daar een Godswonder in groeit. Genieten van de relatieve rust die er nog heel even is. Genieten van de jongens. Van mezelf in deze staat. Van mijn man.

De auto’s voor mij trekken op. In mijn buik rekt iemand zich uit tegen mijn ribbenboog. De matrixborden boven de weg springen uit en ik kan weer doorrijden. Ik had nog best even in die file willen staan… Misschien moet ik toch maar een weekje eerder stoppen met werken.

 

 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter