Hij is het natuurlijk niet gewend. In ons oude appartement kwamen bijna nooit andere kinderen spelen. Daar was zo weinig bewegingsruimte voor rondrennende en gillende peuters dat we onszelf altijd bij de ander uitnodigden of uitweken naar de speeltuin onder ons balkon. Prima alternatieven voor een gegarandeerde chaos op een paar vierkante meter. Maar nu hebben we een grotemensenhuis en gaat de ‘we komen wel naar jullie’ – vlieger niet meer op. Dus komen vriendjes nu ook hier spelen.
‘Ik neem de hijskraan!” hoor ik de een zeggen. “En ik kom er met de cementwagen aan,” roept de ander. “Er staat hier ook nog een graafmachine!” voegt de derde eraan toe. Benja’s lip trilt en hij schuifelt steeds meer mijn kant op. Tot hij mijn been vastpakt en fluistert: “Mama, ik wil dat ze weggaan.” Ik doe nog een dappere poging de situatie van de zonnige kant te bekijken – het is toch leuk dat ze zo enthousiast zijn over jouw speelgoed? – maar het kwaad is al geschied. “Het zijn mijn machines en ik wil er alleen mee spelen.”
Eigenlijk snap ik hem wel. Ik moet er ook niet aan denken dat iemand mijn huis binnenstormt, de trap op rent richting mijn nieuwe boekenkast, alle verhalen waar ik de afgelopen jaren voor heb gespaard eruit trekt, overal in begint te bladeren en zich daarbij hoogstwaarschijnlijk minder zorgen dan ik maakt over rafelrandjes en dubbelgevouwen bladzijden. En toch verwacht ik van Benja dat hij dat wel doet. Het liefst wil ik dat hij het nog leuk vindt ook.
“Maar ze gaan nog niet weg,” vertel ik hem eerlijk. Dus ik moet een manier bedenken waarop het voor iedereen leuk is, denk ik erachteraan. Terwijl Benja eieren voor zijn geld kiest en de zandbak in duikt, breek ik m’n hoofd over de beste manier om hiermee om te gaan. Het blijkt een onmogelijke opgave tussen het opwarmen van de knakworsten en het inschenken van limonade door.
Zodra alle magen gevuld zijn, vertrekken de jochies weer naar hun eigen huis. Ze hebben de deur nog niet achter zich dichtgetrokken of Benja sprint naar zijn kamer. Terwijl hij met zijn hijskraan de cementwagen naar de juiste locatie verplaatst zodat daar een nieuw huis kan worden gebouwd, roept hij naar beneden: “Mama, kom je naar mij? Anders heb ik niemand om mee te spelen.”
Geen reacties