Anke blogt sinds een tijdje over haar zoontje Sieger, die – naar eigen zeggen – een meisjes-jongen is. Sieger heeft ook een broer, Hidde. Een heel ander kind. Schreef Anke in haar vorige blog nog dat ze zichzelf niet in hem herkent, tijdens een zoektocht naar hulp bij sociale vaardigheden komt ze tot een andere conclusie.
“Heeft vanuit school niemand eerder zijn zorgen hierover uitgesproken?” vraagt de trainer voor de derde keer. De jongeman tegenover ons kijkt ons vriendelijk, maar een tikkeltje bezorgd aan. Ik kijk mijn man aan om te polsen hoe hij erover denkt, maar kan uit zijn gezicht weinig opmaken. We zitten aan een grote tafel in een kleine ruimte samen met de trainer die Hidde de afgelopen weken heeft begeleid. Het ziet er gezellig uit. Met kindertekeningen aan de muren en een boekenkast met allerlei boeken over opvoeding en onderwijs.
Wat hij in de sociale vaardigheids- en weerbaarheidstraining van Hidde heeft gezien – of liever gezegd níet gezien- baart hem zorgen. Ik deel zijn zorgen niet echt, maar weet ook dat ik als moeder een soort blinde vlek heb, omdat ik mijn eigen kinderen natuurlijk écht héél leuk vind en daardoor ‘vergeet’ dat anderen daar wel eens anders naar kijken. Dus luister ik zo aandachtig mogelijk en probeer te bedenken waar we nu goed aan doen.
De trainer haalt me uit mijn gedachten met de woorden: “Ik denk dat we er goed aan doen om Hidde wat extra ondersteuning te bieden op het gebied van sociale vaardigheden, voordat hij in augustus op de middelbare school start. Vooral tijdens die start en het nieuwe vrienden maken, zal het lastig voor hem worden.”
Ik voel de moederleeuwin in mij wakker worden
Zijn woorden slaan in als een bom. Mijn gedachten gaan terug naar mijn eerste weken op de middelbare school. Naar een periode waar ook ik geen aansluiting kon vinden. Naar de pesterijen en het moment dat ik huilend in de bus naar het brugklaskamp zat. Wetende dat de bus mij naar vier dagen gevuld met eenzaamheid, verdriet en schaamte ging brengen. Ik voel de moederleeuwin in mij wakker worden en weet dat ik er álles voor over heb om Hidde een dergelijke ervaring te besparen. Ik schiet vol en de tranen biggelen over mijn wangen. “Als jouw verwachting uitkomt, herhaalt de geschiedenis zich,” leg ik mijn emotionele reactie uit.
En met de herinneringen, wordt ook de overeenkomst tussen Hidde’s sociaal onhandige, soms onaangepaste, gedrag en mijn gedrag als kind volkomen helder. Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik de parallellen zie. Het is bijna beangstigend. Tegelijkertijd dringt de met-mij-is-het-ook-(meer dan)-goed-gekomen-gedachte zich op. Met daarbij de wetenschap dat er met mij uiteindelijk ook niks bijzonders aan de hand was. Deze gedachten sterken mij in het gevoel dat we niet op zoek moeten naar een diagnose of ‘stempeltje’.
Gelukkig delen we deze mening allemaal. Er is nu iets anders nodig dan een sociale vaardigheidstraining. Maar wat? Dat weten we alle drie eigenlijk niet zo goed. We worden terug verwezen naar de intern-begeleider van de school, waardoor het voor mij niet echt afgerond voelt. Nu hebben we nog geen plan of hulp, denk ik bij mijzelf. Maar misschien is dat op dit moment niet het belangrijkste. Want hoewel de herinneringen aan mijn eigen start op de middelbare school mij verdrietig maken, ben ik er dankbaar voor. Ik kan nu precies voelen wat ik toen nodig had: mij geliefd weten, met álles wat er is.
1 Reactie
[…] haar vorige blog kon je lezen hoe Anke op zoek is naar hulp voor haar soms wat sociaal onhandige puber die […]