Lees

Preuts

Vandaag een column van Roos Schlikker uit haar boek We rommelen maar wat aan

Daar zit ik dan. Midden op een prachtig Grieks strand. Het golfgeluid van de zee ruisend in mijn oren. Het zonnetje gloeiend op mijn wangen. Een zacht windje aait de haartjes op mijn armen. Daar zit ik dan. Me helemaal kapot te schamen.

Onder het provisorische tentje voor me klinkt geschreeuw. “Mama! Hou dicht!” “Nee, mama, daar is nog een gaatje!” “MAMA, IEDEREEN KAN MIJN BILLEN ZIEN!”.

Het is onbegrijpelijk en zeldzaam gênant, maar François en ik blijken een preuts kind te hebben. Uitgerekend wij die thuis nooit een deur op slot doen, die dol zijn op saunabezoek, die hun kinderen te pas en te onpas hebben gezegd dat ze prachtige lijfjes hebben, dat iedereen in zijn nakie wordt geboren en dat een piemel maar een piemel is en een doosje maar een doosje (tegenwoordig verbetert Miró me zelfs door heel ernstig en gynaecologisch “Vaaaaaaaagina, mam,” te zeggen. “Een doos is voor schoenen.”). Uitgerekend wij hebben een jongste kind dat als de dood is zijn blote niksie aan de wereld te tonen.

En hij heeft wel meer tuttigheden. Zo weigert meneer tegenwoordig nog een koekje te eten waar zijn broer een hap uit heeft genomen. “Ik vind alle monden vies,” is zijn simpele verklaring. En als iemand hem een zoen heeft gegeven staat hij met veel misbaar eventuele bacterieresten weg te vegen.

Hoe kom ik aan zo’n zeurpiet? Wij zijn juist zo vrijzinnig. Als kind al kreeg ik lachbuien wanneer ik vrouwen op het strand zo’n enorme tent met een elastiek er in over hun hoofd zag trekken zodat ze hun badkleding konden aantrekken zonder dat de omstanders meegluurden. Wat een gemuts. En nu zit ik zelf een tipi van een handdoek te maken omdat mijn Mary Poppins bang is dat iemand een blik op zijn tumtummetje kan werpen. Ik lijk wel gek.

Intussen rommelt Roman lustig verder. Ik hoor hem neuriën. Ach, ik had het natuurlijk kunnen weten, dit kind vaart zijn eigen koers. En dan vraag ik me opeens af: is hij nou behoudend, of ben ik het? Ik die hem zo nodig mijn eigen vrije moraal wil opleggen.

“Zo! Klaar!” Als een ware superheld werpt Róman de handdoek van zich af. Luidkeels begint hij “O dennenboom!” te zingen. In juni. Man, wat houd ik van dit gekke, vrije én behoudende kind. Juist op dit soort momenten zou ik hem het liefste in een doosje willen doen.

En nee, daar bedoel ik geen vagina mee.

boek-roosWe rommelen maar wat aan

Deze column komt uit het boek We rommelen maar wat aan. Het columnboek van Roos Schlikker, waarin haar mooiste en meest ontroerende columns over haar moederschap zijn gebundeld. Het boek is hier te koop voor €12,50.

 Deze wonderschone column uit haar boek plaatste ik al eerder.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter