Lees

Ik snap het niet

Ik had die dag met mijn tante in het bos gewandeld. Een interview gehad. Door Utrecht gefietst. De trein naar Amsterdam genomen. Bij de Etos ibuprofen gekocht tegen opkomende hoofdpijn. Toen ik Amsterdam Amstel uitliep, voelde ik niet alleen mijn hoofd zeuren, maar overviel me ook een grote moeheid. ‘Zal ik de eetafspraak afzeggen?’ schoot door mijn hoofd. ‘Ah nee, een wijntje, fijn gezelschap van vriendinnen A en R, en ik voel me weer prima,’ pepte ik mezelf op.

Twee uur later smeerde mijn man met een plastic mes Becel op een bruine boterham. Ik zat niet in een hip restaurant, maar op de Eerste Hulp van het OLVG-ziekenhuis tussen overgevende Engelsen, een man die klaagde over pijn op zijn borst en een Amerikaanse die op haar hoofd was gevallen.

‘Je bent op straat in elkaar gezakt en hebt een insult gehad,’ had de ambulancebroeder gezegd.

Ik keek hem niet begrijpend aan. ‘Ik snap het niet.’

‘Een epileptische aanval. Je man is onderweg.’

‘Dat kan niet,’ zei ik paniekerig. ‘Mijn kinderen! Mijn man moet bij hen blijven!’

‘Het komt goed,’ zei de broeder.

‘Ik snap het niet. Ik heb geen epilepsie,’ herhaalde ik.

Die woorden bleef ik zeggen, ook toen A en R geschrokken de Eerste Hulp binnen kwamen rennen. Een verpleegster een infuus in mijn arm prikte. Toen ik het lampje volgde met mijn ogen, er met een hamertje op mijn knie werd geslagen, een stokje over mijn voetzool schraapte, er bloed werd afgenomen en een hartfilmpje gemaakt. Toen ik in een rolstoel werd gehesen en naar een scanapparaat gereden. Toen ik de scherpe, krampachtige pijn in mijn kuiten voelde, het enige bewijs dat er iets fysieks met mijn lichaam was gebeurd.

‘We hebben iets gezien op de scan.’

De jonge arts-assistent duwde zijn bril strakker op zijn neus.

Ik schoof heen en weer op het bed. Wat bedoelde hij? Ja, ik was onderuit gegaan, maar nu moest het afgelopen zijn met al die toestanden. Het was al na middernacht, ik wilde naar huis, naar mijn kinderen, naar mijn bed.

‘Waarschijnlijk zitten er kalkplekken in je hersenen. De neuroloog onderzoekt of er bloed bij zit. Dan moet je blijven.’

Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik snap het niet.’

Een uur later rijden we over de A1 naar huis. Met een recept voor anti-epilepsie medicatie, een verwijzing voor een MRI en een autorijverbod van zes maanden. Ik snap het nog niet, maar slik braaf de pillen, slaap veel en pak mijn leven op waar ik het achter heb gelaten. Ik breng de kinderen naar school, laat de honden uit, tik mailtjes. Tot ik bij de supermarkt weg wil fietsen en een lekke band constateer. Snikkend bel ik mijn man (‘nu kan ik ook niet meer fiehietsen’). Ik voel mijn ogen branden als ik een forse belastingaanslag krijg. Ik raak in paniek als ik knallende koppijn heb en me wankel voortbeweeg door het huis, een bijwerking van de medicatie. Als een moeder mij het haal- en brengschema van een clubje uitlegt en ik haar niet kan volgen. Begreep ik dit voor ik onderuit ging wel?

Ik lig ’s nachts wakker, wat als ik iets ergs in mijn hoofd heb en mijn inkomen niet bij elkaar kan tikken? Hoe moet het met het boek waar ik net een contract voor tekende? Wat als het weer gebeurt en er is niemand om me te redden? Ik huil omdat ik bang ben de grip te verliezen. Ik huil omdat ik het niet snap.

En dan, anderhalve week na de val, trekt de mist op. Ik doe een oproep om de jongen te vinden die 112 en mijn man heeft gebeld toen ik op de Wibautstraat zomaar in elkaar zakte. Ik vind niet alleen hem, maar meerdere mensen die bij me zijn gebleven. Het is eng dat ik me er niets van kan herinneren, en tegelijk ontroert het me, geeft het hoop. Als het nog een keer gebeurt, zijn er dus mensen die helpen. Ik koester de kaartjes, bossen bloemen, chocolaatjes en brownies die worden bezorgd. De tientallen appjes, mailtjes en telefoontjes. De lieve buren, vrienden en familieleden die voor me koken, langslopen om te checken hoe het gaat, de honden uitlaten, de kinderen opvangen, me naar het ziekenhuis rijden. Mijn immer kalme man. Mijn kinderen. Hoe cliché ook, toen mijn automatische-altijd-maar-doorgaan-piloot ermee stopte, zag ik pas hoeveel ik heb.

Ik snap nog steeds niet hoe ik zomaar uit kon gaan. Maar nu sta ik weer aan, en misschien wel meer dan dat.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

4 Reacties

  • Reageer Laura van Helden 26 oktober 2019 at 21:26

    Och jeetje dat is enorm schrikken! Heel veel sterkte en beterschap! Hopelijk komt er niks geks uit de MRI

  • Reageer Cissie 27 oktober 2019 at 07:47

    Wat ontzettend herkenbaar. Ik heb afgelopen week ook zo uit het niets een epileptische aanval gehad, voor het eerst. Gelukkig lag ik op bed, thuis, en heeft m’n man direct 112 gebeld.
    Na een nachtje ziekenhuis ben ik ook weer thuis en heb enkel nog spierpijn in m’n nek en schouders. Zelf heb ik niet zo’n angst dat het weer gebeurd, maar mijn man wel. Hopelijk blijft het voor ons beide bij deze ene keer.

  • Reageer Marieke 27 oktober 2019 at 08:09

    Wat een herkenbaar verhaal. Ik snap precies hoe je je voelt, ik heb precies hetzelfde gehad een jaar of vijf geleden. Ineens niet meer mogen auto rijden, die ellendige medicijnen, het opnieuw vertrouwen moeten krijgen in je eigen lichaam. Maar vooral accepteren dat er iets heftigs is gebeurd met grote impact op jou en je gezin terwijl jij er eigenlijk niks van kan herinneren. Ik voel met je mee, sterkte!

  • Reageer Kelly 27 oktober 2019 at 21:38

    Ik heb je verhaal al een paar keer voorbij zien komen, vanuit steeds andere oogpunten. Onze zoon heeft epilepsie, hij heeft er geen last van, ik wel. Maar hoe vreemd misschien ook, je verhaal geeft mij een bijzondere inkijk. Gelukkig zijn er mensen die te hulp schieten als het nodig is, gelukkig merk jij er zelf weinig van en wil je net als onze zoon eigenlijk gewoon verder alsof er niks is… Wat een vreselijke onzekerheid, dat is het ergste. Waar komt het vandaan? Komt het nog een keer terug? En als het komt hoe dan? En wanneer dan? En hoe erg dan…? De onzekerheid ebt weg met de tijd, maar verdwijnt nooit helemaal…
    Ik wens je heel veel sterkte!! En bedankt voor het delen van je verhaal.

  • Laat je reactie achter