Krissie is moeder van twee pleegkinderen (tien en elf jaar oud). Sinds eind vorig jaar schrijft ze voor ons over het pleegouderschap. Vandaag over het rapport van haar pleegdochter.
“Whoehoe!!” Samen met een zwikkie uitbundige klasgenootjes stormt Vera joelend het schoolgebouw uit. Een verkreukeld blauw mapje steekt uit haar rugzak omhoog. Het schooljaar loopt ten einde en het regent rapporten. Mijn Facebooktijdlijn is veranderd in een luide lofzang van jubelende moeders die pronken met de hoge cijfers en perfecte scores van hun kroost. Trots, trotser, trotst zijn ze.
“Sorry mam, van die kreukels, maar zo paste het tenminste in mijn tas.” Met enige moeite weet ik de ergste vouwen recht te strijken en hoewel ik weinig waarde hecht aan punten open ik het mapje toch direct. Ik tel talloze kruisjes onder het kopje ‘matig’ en bij alle Citoscores staat een grote ‘V’ vermeld. In de bijgeleverde toelichting lees ik dat die V niet voor voldoende staat, maar het Romeinse cijfer vijf aanduidt. Dat klinkt best goed, maar is het laagste niveau dat behaald kan worden (ook wel ‘onvoldoende’ in de volksmond).
Dit mapje zouden anderen wellicht “een slecht rapport” noemen. Vera is namelijk bepaald geen kleine Einstein. Beneden gemiddeld intelligent, zwakbegaafd, disharmonisch profiel; we hebben het allemaal al eens voorbij horen komen. “Rekenen is en blijft lastig voor Vera. Vera kletst graag maar vindt het moeilijk een logisch opgebouwd verhaal te vertellen. Vera heeft vaak extra instructie nodig en is snel afgeleid.” In vrijwel ieder tienminutengesprek komen dezelfde aandachtspunten terug.
Ik blader verder naar pagina drie. “Sommige dingen vind je nog best ingewikkeld, maar wat doe jij ontzettend goed je best. En wat fijn dat je mij steeds vaker om hulp durft te vragen, dat is hartstikke knap van jou. Je bent een gezellige, vrolijke meid om in de klas te hebben en ik heb van jou genoten. Ik wens je een fijne vakantie en veel plezier in het volgende schooljaar!”
Pagina drie is het minst verkreukeld en dat is volgens mij geen toeval. Al die vinkjes en punten kunnen me namelijk gestolen worden, want ik ben trotser dan trots: mijn Vera gaat met plezier naar school, zit goed in haar vel en gaat steeds een stapje vooruit. Op haar eigen manier en in haar eigen tempo. “Wel even lachen hè?!” Ik maak vlug een foto van Vera die het blauwe mapje hoog boven haar hoofd vasthoudt. Even later staat hij er, tussen de bejubelde hoge cijfers en perfecte scores. Met de werkelijkheid is niets mis: de één leert vlot en de ander niet. En dus verdient ook dit rapport likes, hartjes en duimpjes omhoog.
3 Reacties
Wat jammer dat je de V van cito als onvoldoende ziet. (Maar wellicht lees ik het niet goed?) Naast die V hoort een vaardigheidsscore te staan. Als die beter is dan de vorige keer is ze gegroeid op haar curve. Net als bij het consultatiebureau de groei van het kind wordt bijgehouden, en tegen een gemiddelde wordt afgezet. Dat zegt dus niets over voldoende of onvoldoende, want welk kind is er gemiddeld? Met de curve van cito kun je de cognitieve groei van het kind bijhouden en aan het eind van de basisschool kan het helpen om een passend niveau-advies geven.
Cijfers, bolletjes, kruisjes, vinkjes en curves zeggen inderdaad niets over het geluk wat je ieder kind gunt. Het gevoel van; huppelend naar school gaan en huppelend weer terug. Daarvoor heb je gelukkig de leerkracht die al deze abstracte weergaves peroonlijk kan maken. Hopelijk is dat bij jullie goed gelukt? (Zo te lezen wel!) Want als een kind lekker in zijn/haar vel zit, leert het op z’n/d’r best!
Wat een fijne tekst van de leerkracht! Iedereen heeft z’n eigen uitdagingen en successen en het is mooi dat het rapport met zo’n positieve tekst wordt afgesloten! Daar krijgt ze hopelijk een heel trots gevoel van!
Like! ❤️! 👍🏼!