Lees

Nieuwe route

Natanja blogt over haar leven als moeder van een dochter van tien en een zoon van zeven. Vandaag over die van zeven. In haar vorige blog kon je lezen hoe hij ging meelopen op een nieuwe school. In dit blog over hoe dat verder afliep.

De kogel is door de kerk. Nadat onze zoon twee weken meeliep op een andere school volgt een adviesgesprek met de juf. ‘Hij is van harte welkom!’ Ja, hij stond twee keer met tranen op het schoolplein, maar de leuke, interessante, uitdagende momenten voeren de boventoon. Voor de vorm bespreken man, ik en zoon dit keuzemoment, maar eigenlijk weten we alledrie dat dit wel eens een hele geschikte stap kan zijn. De nieuwe klasgenoten smeekten hem al om te blijven (smelt), en in twee weken tijd vertelde hij enthousiaster over school dan in de afgelopen twee jaar bij elkaar. We gaan ervoor. 

Dan begint de periode van aftasten en wennen. Bij hem, maar ook bij mij. Alles is onbekend terrein, en daarin ben ik niet zo’n held. Ik voel me unheimisch. De gemoedelijke wandeling van drie minuten naar zijn oude school is vervangen door een autorit van een kwartier, langs stoplichten, rotondes en door woonwijken. Het schoolgebouw staat tussen andere scholen, wat een drukte van jewelste veroorzaakt. Ik laveer tussen fietsers en groepen ouders, ondertussen verlangend naar de rustige straat van de oude school. Daar begroette ik na iedere paar stappen een bekend gezicht, hier kijk ik om me heen en zoek hoopvol naar herkenning. Wat ben ik blij als ik een kennis ontwaar wier kind ook op deze school zit – ‘het went hoor, echt!’ vertrouwt ze me toe na een blik op mijn, vermoed ik, ietwat wanhopige gezicht. 

Het is zoeken naar zijn plek in de groep.

Zoon weert zich deze weken kranig, geniet volop van de aandacht bij het afscheid van zijn oude klas, maar voelt zich soms ook onzeker. ‘Ik moet ineens aan elkaar schrijven, mam, dat kan ik helemaal niet!’ Op zijn oude school was dat losgelaten. De rekensommen zijn ineens best moeilijk, en het is zoeken naar zijn plek in de groep. En de BSO is al helemaal vreemd, in opnieuw een ander gebouw, en opnieuw in een andere groep. 

En toch, boven dat alles, voert iets veel belangrijkers de boventoon. En dat is hoe mijn zevenjarige de school uit rent, zijn hand stevig in de mijne stopt als we naar de auto lopen, waarna een stroom non-stop enthousiaste verhalen volgt. Over de evenaar en het klimaat. Over elfjes schrijven in de poëzieles. Over Socrates en waar het universum stopt. ‘Mam, wat was er eerder, de kip of het ei?’ En dan die grappige meester, die er alleen op vrijdag is. Die gekke dingen doet en meeslepende verhalen deelt waarvan zijn hele bekkie begint te stralen als hij het navertelt.  

Er is een lichtje aangegaan van binnen, waardoor zijn hele wezen oplicht. Ik kijk naar hem, voel aan alles hoe dit klopt, en wens dat het lichtje niet meer dooft. Ook al is alles anders, en voel ik me nog lang niet altijd thuis – hij zit op zijn plek. Dan is dat wennen niet zo erg. Wennen aan een nieuwe situatie, dat kost gewoon wat tijd en geduld. Wennen aan een gelukkig kind, dat is een peuleschil. 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter