Kleuter, Lees

Monsterknopje

Nooit zijn de verschillen tussen mensen duidelijker dan tijdens de ochtend. Je hebt de stille chagrijn, die alleen maar een beetje bromt en bij wie je ook pré-corona op minstens 1,5 meter afstand moest blijven. Je hebt de galspuwer, die zeurt dat de krant te laat is en gekreukeld, de koffie te koud en de melk te warm en waarom zit iedereen zo luidruchtig te kauwen hou daar eens mee op. Maar je hebt ook de opgewekte ontbijter, die fluitend dertig eieren staat te klutsen, wentelteefjes te bakken en een plaat met gegrilde asperges van een snufje zeezout voorziet. Je hebt de precieze planner, die het van tevoren klaargelegde kledingsetje nog even toetst aan de meest recente voorspellingen van de weerapp en nog een keer zorgvuldig door de agenda scrollt tijdens het smeren van de boterhammen voor de lunch.

Mijn lief en dochter zijn opgewekte planners. Mijn zoon en ik de galspuwende chagrijnen. Terwijl ik in de badkamer boven grommend de kreukels uit m’n decolleté sta te strijken, hoor ik beneden een vijfjarige sirene afgaan. In heel Nederland gaat iedere eerste maandag van de maand om 12 uur het luchtalarm, hier in huis gaat iedere ochtend om 8 uur een kleuterloeier af.

“Weet je wat het is?” begint hij een uurtje later als hij bij me achterop de fiets zit. “Ik heb dan mijn monsterknopje ingedrukt. Daardoor is het. En m’n monsterknopje kan alleen maar aan en niet uit en ik moet ‘m aanzetten als ik naar bed ga, want anders kan ik niet slapen!”

Een monsterknopje. Ik glimlach om zijn uitleg en zie voor me hoe ergens op zijn lijfje een klein knopje zit dat je wel in kunt drukken, maar niet meer uit kunt zetten. Een knopje dat ’s nachts een monsterachtige bescherming activeert om in z’n slaap monsters te verslaan, maar dat ‘s ochtends kennelijk hemzelf in een monstertje doet veranderen. In een woest, spugend en vechtend beest dat niet meer zomaar uitgeschakeld kan worden. Volgens mij heb ik ook zo’n knopje. Andere mensen drukken het soms per ongeluk in.

“Misschien moeten we dan maar goed voor dat monster zorgen en het een beetje te eten geven ’s ochtends. Daar knappen monsters van op.”
Ik zwaai mijn arm naar achteren en aai over zijn zachte beentje.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter