Daniëlle is getrouwd met Jos en moeder van twee jongens en een meisje.
‘Ik wil gewoon dat hij schoenen heeft die hij mooi vindt, zeg ik tegen Jos terwijl ik driftig het internet afspeur naar de perfecte gymschoenen voor Mads. Jos kijkt me vragend aan. ‘Dat is toch niet per se een issue?’ zegt hij.
Nee, natuurlijk niet. Tenminste, dat zou het niet moeten zijn. Maar toch voel ik een knoop in mijn maag als ik denk aan het onderwerp ‘gymkleren’. Of eigenlijk, kleren in het algemeen. Vroeger, was dat bij ons namelijk wel een issue. Mijn moeder was alleen met drie jonge kinderen. Mijn biologische vader was uit beeld verdwenen. Niks geen financiële support door kinder- of partneralimentatie. Mijn moeder zat in de bijstand en moest het er maar mee doen. Met als gevolg dat onze kleding nou niet per se het allermooiste was. Of altijd direct te vervangen als dat nodig was, wat door andere kinderen gezien werd op school. ‘Jij hebt alleen maar ouderwetse broeken,’ hoorde ik regelmatig. Maar als ik iets nieuws mocht kopen, wist ik ook niet altijd wat bij mij paste.
Zelfs toen mijn moeder hertrouwde en het financieel beter ging bleef kleding voor mij een ding. ‘Je zusje koopt twee keer zoveel kleding als jij, voor hetzelfde geld.’ Dat was ook zo. Zij kon veel makkelijker dingen vinden die ze leuk vond, voor mooie prijsjes.
Ik heb gewoon nooit echt een goede, eigen stijl gehad.
‘Ik heb gewoon nooit echt een goede, eigen stijl gehad, zeg ik tegen Jos. Ik vind dat nog steeds lastig, ondanks dat ik een keer een sessie met een stylist heb gehad. ‘Dat komt echt door vroeger, omdat ik dat nooit geleerd heb. En bang ben voor reacties van anderen,’ zeg ik overtuigd. Ik weet nog dat ik op de middelbare school een keer de klas in kwam met een, voor mij echt superleuk shirt van Peter André en de halve klas reageerde met ‘Wat heb jij nou aan?’ Bleek dat hij in de rest van de wereld al niet meer hip was. Dat memo had ik even gemist. In diezelfde periode kocht ik een superstoere zwart-witte legerbroek, waarvoor de kinderen uit mijn buurt mij uitlachten. Dat ding kostte de helft van mijn kleedgeld, maar belandde wel in de kast. Na deze gebeurtenissen beperkte ik mijn shopgedrag ‘veilig’ tot alleen blauwe spijkerbroeken en witte of zwarte t-shirts. Inmiddels is mijn garderobe gelukkig wel wat diverser dan dat, maar de standaard basis met spijkerbroek en t-shirts is er nog altijd te vinden.
Ik heb een aantal schoenen voor vriendelijke mijn-kind-zijn-voeten-groeien-een-maat-per-maand-prijzen gevonden en sla ze op zodat Mads de volgende dag zelf kan kiezen. Ik hoop oprecht dat hij kiest wat hij mooi vindt, zonder zich af te vragen hoe een ander het vindt. En ik hoop vooral dat de kinderen op zijn school gewoon hun klep houden als ze er anders over denken.
Geen reacties