Lees

Wisselende stemmingen

Zora is een super vrolijk meisje van bijna drie dat eigenlijk de hele dag loopt te zingen. ’s Ochtends word ik vaak via de babyfoon gewekt met allerlei varianten op ‘Olifantje in het bos’. Van héél hard, naar héél zacht. Van heel snel: ‘lifantjeindebos’ naar ‘O-li-fan-tje-in-de-bos!’ gevolgd door: ‘Mama! (of Papa, hangt er vanaf wie haar naar bed heeft gebracht. Ik dus, in dit geval.). Ik ben wààààkker!’

Maar haar stemming kan ook inééns omslaan.

Dan kan al zijn omdat ik naar haar idee net iets te laat bij haar bed kom en iets te vrolijk roep: ‘Goeiemorgen schatje. Lekker geslapen?’ Dan laat ze zich boos op haar bed vallen en hoor ik alleen nog wat gegrom. Meestal negeer ik dat en loop ik de kamer weer uit. Waarna ze zich al snel realiseert dat dát ook niet helemaal de bedoeling is.

Haar stemming kan ook omslaan als er iets gebeurt wat ze niet wil. Of als ze iets niet mag. Of niet krijgt. Van een vrolijk zingend meisje verandert ze dan in een klein schreeuwend monster waar Chucky schril bij afsteekt. Alles wat er dan in haar omtrek ligt moet er aan geloven. Of ik dat dan ben, of haar boterham, de poppen, onze kat Spoekie: alles en iedereen krijgt eerst een hengst waarna ze zich in een mantrum stort die best een tijdje aan kan houden. De reden is dan vaak iets onbenulligs, bijvoorbeeld omdat ze niet nóg een rijstwafel mag. En als ze dan eindelijk een beetje bedaard is en weer rustig op haar stoel zit, kan ze me met haar liefste gezichtje aankijken en bijna zingend vragen: ‘Nog een rijstebafel, mama?’ En dan begint alles weer van vooraf aan.

Je kunt zeggen wat je wil, volhardend is ze wel. En dat is een mooie eigenschap. Zo wil ze alles, maar dan ook echt alles zélf doen. Als ik het in mijn hoofd haal om zelf de banaan voor haar uit de schil te halen, moet ik hem er eerst weer terug in doen en dan doet zij het zelf nog een keer. Heel zelfstandig en zelfredzaam.
Maar als ík dan eens een keer héél graag wil dat ze iets zelf doet, dan wil ze dat dus niet. Ze vertikt dat gewoon.

Zo wil ik dat ze zelf haar broek en luier uit doet, want dat kan ze best. Maar dat wil zij dus niet. ‘Nee, jij doen,’ roept ze me bozig vanaf de grond toe. Wat ik ook probeer: lief vragen, streng vragen, negeren, nog een keer uitleggen, boos vragen, op de gang zetten… niets helpt. Tot ik de wanhoop echt nabij ben en pissig haar broek naar beneden trek. Wat natuurlijk ook niet goed valt en ze zich boos op de grond stort.
Als ze daar eindelijk een beetje van bedaard is en ik over mijn verbazing van haar volhardendheid heen ben, zeg ik voorzichtig: ‘De volgende keer wel luisteren, hè, Zora, als ik iets vraag. Weet je wat luisteren is?’ In al mijn goedheid denk ik oprecht dat ze mijn boodschap misschien niet goed begrepen heeft.
Stellig knikt ze haar hoofd: ‘Ja, luier uit doen.’
Ze springt van mijn schoot en zet: Tjoe tjoe wa, tjoe tjoe wa, tjoe tjoe wáwáwááá!’ in. ‘Op je plaats! Armen strekt! Hoofd naar voren! Tjoe tjoe wawawa!’ En terwijl ze met haar armen in de lucht zwaait, loopt ze zingend de kamer uit.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter