Lees

Herkenning

Ik probeer me soms voor te stellen hoe Quin zich voelt, als hij een toets aan het maken is. Een toets waarop, ongevraagd, nu al zoveel druk ligt.
Is hij zenuwachtig? En voelt hij dat dan in zijn buik? Is hij bang om fouten te maken? En blokkeert hij dan? Wordt hij onrustig omdat het zo lang duurt? En gaat hij dan de clown uithangen? Of zit hij met een gespannen mondje zijn uiterste best te doen? En komt dat clowneske pas daarna?
Het lukt me maar niet om dat beeld rond te krijgen.
Van zijn verhalen hoef ik het ook niet te hebben, want uit zichzelf vertelt hij er helemaal niets over. Het is dat de juf naar me toekwam vanochtend en zei: ‘Gisteren had Quin het wel even moeilijk. Ik zie dat hij toch wel last heeft van al die toetsen.’
Mijn hart brak. Mijn kleine grote jongen. Die zo zijn best doet, maar vooral van toetsen en vragen van anderen, hoe eenvoudig soms ook, behoorlijk in de war raakt.  

Als ik terugdenk aan het moment waarop bij mij op school de tafels uit elkaar moesten worden geschoven in verband met een schoolonderzoek of examen krijg ik acuut vlekken in mijn nek. Vooral omdat ik dan óók denk ik aan die ene toets waarvan ik dacht het zo goed gemaakt te hebben, maar die ik een paar dagen later met een rood omcirkelde één mét uitroepteken terugkreeg. Nog steeds begrijp ik niet waar het zo mis heeft kunnen gaan. Maar stress en prestatiedruk doen gekke dingen met je brein. Ik vermoed dat Quin daar ook last van heeft.

‘En, hoe ging het?’ vraag ik hem zo luchtig mogelijk.
‘Ik snapte er geen snars van,’ zegt hij terwijl hij zijn schouders ophaalt.
Ik lach om de herkenning en sla een arm om hem heen. Eerder al heb ik hem verteld dat ik als klein meisje ook vaak de vragen niet begreep, zelfs na drie keer lezen niet. En dat ik dan dácht dat ik het begreep, maar dat dat blijkbaar toch niet zo was.
‘Kun je proberen uit te leggen wat je niet begreep?’ vraag ik hem in een poging hem te helpen.
Hij begint aan een verhaal waar ik maar met moeite een antwoord uit kan destilleren. Hij vertelt iets over muziek, en een vakje groen kleuren. Door mijn vragen om extra uitleg raakt hij alleen maar nog meer verstrikt in zijn eigen woorden.
Ik zie hem worstelen.
Ik bedenk me dat het natuurlijk niet te doen is: iets recapituleren wat je zelf helemaal niet begrijpt. Ik help hem uit de brand: ‘Vind je het fijn als ik aan de juf vraag of we samen even naar de vragen mogen kijken? Dan kun je me uitleggen wat je niet snapt en kan ik je misschien helpen.’
Ik zie hem opgelucht uitademen. ‘Ja, dat lijkt me een goed idee.’

Als hij de volgende avond in bed ligt, sla ik het boek met de toets erin open. Na een kwartier leg ik het boek boos en verbouwereerd aan de kant. Ik zie mezelf weer zitten in de schoolbanken en ineens snap ik veel beter hoe Quin zich moet voelen in de klas.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter