Lees

Achterop

Marloes is moeder van Willem (7 jaar) en Guusje (4 jaar) en blogt over haar rommelige en drukke leven.

‘Mama mag ik alsjeblieeeeft bij jou achterop? Ik pas er echt nog wel op!’ Hij weet dat ik hem eigenlijk te groot vind en dat hij zelf moet fietsen, maar deze keer geef ik toe en ga ik bijna door mijn rug als ik mijn zevenjarige op de fiets hijs. In de ruiten zie ik onze weerspiegeling, zijn armen om mijn middel, zijn hoofd zwaar tegen mijn rug.

Als een zak aardappelen hangt hij voorover terwijl ik stevig doortrap met een zuchtje tegenwind. ‘Mama? Weet je wat stom was? Toen Sophie mij de schuld van iets gaf, maar dat had ik helemaal niet gedaan.’ Op de fiets, in de auto of in bed komen spontaan de gesprekjes. Ik antwoord en vraag door, blijf stil om hem de leegtes te laten opvullen. ‘Wist je dat honderd keer honderd tienduizend is? Je kunt gewoon de nullen bij elkaar optellen.’ Bij het verkeerslicht drukt hij op het knopje, een automatisme dat inmiddels al zes jaar oud is.

Heel even wens ik dat we nog lang niet thuis zijn

 ‘Mama? Mama hoor je me wel? Wist je dat sommige vlinders duizenden kilometers vliegen?’ Een klopje op mijn rug. ‘Echt waar, helemaal naar Afrika!’ Alsof ik Einstein zelf ben, stelt hij me de lastigste vragen. Met ‘dat weet ik niet’, neemt hij nog steeds geen genoegen, ‘zoek het straks maar op met je telefoon, mama.’

‘Weet je wat daar staat, mama? Dat je er niet in mag, de weg is afgesloten.’ Een kneepje in zijn knie. Mijn kletskous staat inmiddels in standje honderd. ‘Lava in een vulkaan heet magma. Fleur is op Fabian. Later ga ik nooit alleen wonen. Is oom Heiko begraven of verbrand? Wanneer mag ik een nieuwe kat?’

Hummend en knikkend trap ik door terwijl het zachtjes begint te regenen. ‘Mag ik met mijn handen onder je jas? Ik heb het koud. Jij hebt echt een dikke buik he? Lekker zacht. Mag mijn hoofd ook onder je jas?’ Mijn antwoord dat dat niet past, hoort hij al niet meer, sjorrend en trekkend wurmt hij zijn hoofd eronder.

In de winkelruiten zie ik mijn weerspiegeling als Quasimodo met een extra paar benen. Heel even wens ik dat we nog lang niet thuis zodat we eindeloos samen als dit gebochelde monster door de stad kunnen blijven fietsen. Hij heeft gelijk, hij is nog lang niet te groot.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

1 Reactie

  • Reageer Rianne 22 oktober 2023 at 09:32

    Prachtig geschreven en zo herkenbaar ❤️

  • Laat je reactie achter