Lees

Gemis

“Huppetee, naar bed jullie!”
Lieve en Pepijn zitten elkaar al een half uur gierend van de lach achterna. Het werkt aanstekelijk. Ik moet m’n best doen om de aansporing serieus te laten klinken.
“Wil je grapjes maken?” vraagt Pepijn. Ik weet wat dat betekent.
“Ik wil níet dat jullie naar boven gaan. Horen jullie dat? Niet naar boven gaan!” zeg ik nep-streng.
“Oké! Zullen we niet doen!” grinniken ze in koor en stuiven de trap op.
“Hé, wat is dat!?” roep ik en ik stamp ze achterna.

Wat heb ik ze gemist. Twee volle weken was ik in Vietnam om mijn zusje op te zoeken die op wereldreis is. Al mijn principes tegen verre vliegreizen ten spijt, ik miste haar te erg.

Het weerzien met mijn zusje was fijn. Ze stond me op het vliegveld in Hanoi op te wachten. In een mooi okergeel bloesje dat perfect afsteekt bij haar zongebruinde huid. Haar ogen stralen en ze roept ‘Je bent er! Ik ben zo blij dat je er bent.’ We duiken in elkaars armen en huilen.

Het was een fantastische reis. Onze andere zusjes vlogen ook Hanoi binnen, we knuffelden wat af. We zaten in treinen, slaapbussen, gammele kano’s en op scooters, we aten echte verse spring rolls, noodles en banh mi en kletsten aan een stuk.

Na anderhalve week was het elastiekje uitgerekt. Het begon pijn te doen.

Het was alsof ik in een ander universum was beland. Alles was anders. De mensen, de cultuur, het verkeer, het eten. En mijn gezelschap. Het was vreemd om zo lang van huis te zijn. Ik vond het geweldig om met mijn zussen te zijn en genoot enorm, maar na anderhalve week was het elastiekje uitgerekt. Het begon pijn te doen. Ik kon alleen nog maar aan Lieve en Pepijn denken. Ik kocht een outfit met bananenprint voor Pepijn en een Vietnamese jurk voor Lieve. Bij een bezoek aan een atelier kocht ik een konijnenknuffel en een dino. Ik moest me inhouden niet meer te kopen. Alsof ik ze met al die spullen een beetje bij me had.

Iedere dag stuurde ik spraakberichten naar het thuisfront. Soms konden we ook videobellen. Als zij net klaar waren met eten was het bij mij middernacht. Lieve liet haar nieuwe wiebeltand zien en Pepijn zijn nieuwe sokken. Wat wilde ik ze graag vasthouden en dat Lieve dan zou vragen ‘wil je weer doen dat je me nooit meer los gaat laten?’ en Pepijn door zijn haar woelen en dat hij dan met die pretoogjes ‘zullen we grapjes maken?’ vraagt.

Op de terugweg vloog het vliegtuig 853 kilometer per uur. Ik vond het niet snel genoeg.

Ze stonden me op Schiphol op te wachten. Ik schoot meteen vol.
“Jij mag er ook twee!” riep Pepijn en ik kreeg een zak Engelse drop in mijn handen gedrukt. Lieve hield me de rest van de dag vast aan mijn arm.

Na een paar dagen vertrekt mijn lief voor drie dagen naar Madrid voor zijn werk en leg ik de kinderen op bed. Met grapjes, want dat doe ik.

Als ik in de deuropening bij Lieve sta, zegt ze ineens: “Ik mis papa veel meer dan jou.”
Baf. Alsof iemand uit volle kracht met een grote plaat tegen me aan slaat. Au.
Waar komt dit vandaan? Heb ik te weinig met ze gebeld? Vindt ze papa leuker dan mij? Dat kan natuurlijk best. Moet ik zeggen dat het me raakt?
“Dat kan, lieverdje,” zeg ik. “Gelukkig komt papa snel weer terug.”
“Ja, gelukkig wel,” zegt ze.
Ik sluit de deur.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter