Marloes is moeder van Willem (6 jaar) en Guusje (3 jaar) en blogt over haar rommelige en drukke leven.
‘Mam wat is eit?’ Ik kijk mijn zoon niet-begrijpend aan en haal mijn schouders op. ‘Weet je niet hè mama? Eit is wat de boer schijt! HAHAHAHAHA!’ Binnensmonds vervloek ik mijn vader en broers. Het kan niet anders dan dat de heren Grimbergen hier verantwoordelijk voor zijn. Tweede kerstdag bij de Grimmen was gezellig en voor mijn oudste blijkbaar hilarisch en leerzaam.
‘Pap, eten we vanavond anijfjes?’, hoor ik Willem later die dag vragen. Ik storm naar de keuken om hem te zeggen dat hij zijn “grappige” rijmpje niet af mag maken, maar hoor hem al hikkend van de lach ‘anijfjes is een paardenlul in schijfjes’ roepen naar zijn vader. ‘Weet je wel wat dat is, een paardenlul?’, vraag ik hem. Hij schudt zijn hoofd en als ik hem vertel dat dat een paardenpiemel is, heb ik het voor hem nu nog grappiger gemaakt. ‘EEN PAARDENPIEMEL HAHAHAHA!’
We hebben nog een aantal dagen om deze onzin af te leren
‘Nou goed, we hebben nog een aantal dagen kerstvakantie om hem deze onzin af te leren’, zeg ik tegen mijn man, ‘ik schaam me kapot als hij dit soort geintjes op school gaat maken’. De dagen erna negeer ik Willems rijmpjes en vraag ik hem om die rare woorden niet meer te gebruiken omdat het niet zo netjes is.
Later die week schuiven we op oudejaarsdag aan tafel bij mijn ouders. ‘Vanavond eten we een ankie!’, zegt mijn vader trots als hij de worst van de boerenkool op tafel zet. Met een zucht verberg ik mijn hoofd in mijn handen. ‘Een drol op een plankie!’ Wederom ligt mijn nageslacht in een deuk en ook mijn echtgenoot grinnikt met ze mee.
Sorry juf
Halverwege de tweede week van de kerstvakantie zit ik bij Willem op bed. We doen het spelletje ‘wie de meeste vieze woorden kan zeggen’. Na een stuk of tien -niet heel indrukwekkende- woorden geeft hij het op. ‘Je weet dat deze woorden niet zo netjes zijn hè? Net als die rare grapjes van opa.’ Hij knikt instemmend, ‘jahaa, ik zal het heus niet zeggen op school’.
Tevreden aai ik hem over zijn bol en knip het licht uit. ‘Mama? Als ik maandag weer naar school ga, dan wil ik in mijn fruitbakje een retting!’ En nog voordat ik kan antwoorden, hoor ik hoe hij zijn eigen lach smoort in zijn kussen. ‘Een drol aan een ketting HAHAHAHA!’
Oke, laat maar. Sorry juf.
Geen reacties