Lees

Cito-stress

Ik zit voor de open haard en por af en toe in het vuur. Quin draait al een tijdje om me heen. Zijn mond staat gespannen en zijn schouders zitten vastgeklemd tegen zijn oren. Ik zie hem de hele week al worstelen, maar er komt niet veel uit. Ja, boze buien en gemopper op zijn zusje, maar niets over hoe hij zich echt voelt.

Als hij languit voor me op de vloer ligt, en hij mijn zoveelste poging iets leuks voor hem te verzinnen, afdoet als saai, probeer ik te bedenken wat hij dan wél nodig heeft. Ik zoek in het vuur naar antwoorden.

Ik weet dat hij de afgelopen week Cito-toetsen heeft gehad. En ik weet dat hij daar best zwaar aan tilt. Ik weet óók dat hij dat zelf niet zo door heeft, en dat hij zich er meer zorgen over maakt dan nodig. Mij kan het niet zoveel schelen hoe hij die toetsen maakt, maar de ogen van de juf en het klaslokaal waar ineens alle tafel streng uit elkaar staan, laten hem iets héél anders voelen.

‘Lieverd, kom eens bij me? Wil jij misschien een blok hout in het vuur gooien?’ vraag ik in de hoop dat hij zich met zo’n stoere opdracht weer heel even wat sterker zal voelen. Hij slaat zijn armen over elkaar.
‘Schatje, wat is er met je aan hand?’
De tranen vullen direct zijn ogen en zijn gespannen mond staat op huilen.
‘Volgens mij zit je niet lekker in je vel. Klopt dat?’
Alsof dit de bevestiging is waar hij de hele tijd al op zat te wachten, barst hij in tranen uit. Met een enorme uithaal, jammert hij de woorden: ‘Jaaaa, ik zit echt helemaal niet lekker in mijn vel!’ om vervolgens nog iets harder te huilen dan hij al deed.
‘Weet je wat dat betekent, niet lekker in je vel zitten?’ vraag ik hem omdat ik ineens twijfel of hij die uitdrukking wel kent.
‘Neeeheeehee, dat weet ik niet!’ roept hij door zijn tranen heen.
‘Dat betekent dat je je niet zo zeker voelt.’ Heel even verstomd zijn gehuil. ‘En dat je je een beetje zorgen maakt, je gespannen voelt. Of verdrietig.’
‘Ja, ik zit echt niet lekker in mijn vehèhèhèl,’ huilt hij weer hartverscheurend verder.
‘Ik zie het aan je, schat.’ Ik trek hem naar me toe.

Een paar minuten huilt hij voluit, terwijl zijn zus en de kat hem stilletjes maar met gespitste oren aanstaren.
Als de ergste tranen eruit zijn, vraag ik voorzichtig: ‘Hoe komt het dan dat je niet lekker in je vel zit?’
Hij haalt zijn schouder op.
‘Is er iets waar je je zorgen over maakt?’
‘Ja, over de toetsen.’ Het hoge woord is eruit. ‘Dan moet je de hele tijd stil zitten en stil zijn. En dat vind ik gewoon niet leuk. En het is spannend.’
Ik hoef alleen maar te knikken. ‘En de juf is ook heel streng.’
‘Bedoel je tijdens de toetsen, of altijd?’
‘Altijd. Ik weet gewoon niet wat ik moet doen. En dan ben ik bang dat ik er weer uitgestuurd word.’
‘Ja,’ zeg ik nu maar eens. Het is behoorlijk wat allemaal.
‘Wat goed dat je me dat vertelt.’

Hij wurmt zich uit mijn net iets te stevige omhelzing los. ‘Mag ik dan nu dat stuk hout in de open haard gooien, mama?’

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter