Leer

8 broer en zus survival tips

Een regenachtige vakantie, het is de perfecte voedingsbodem voor ruziënde broers en zussen. Hopelijk is het bij jullie heel chill allemaal,  maar het kan  zijn dat je kinderen inmiddels genoeg van elkaar hebben en jij ze eigenlijk wel weer in die schoolbanken wil hebben. Daarom hier een paar ‘hoe houden we het gezellig met elkaar’-tips uit  het boek Maakt me niet uit wie er begon van Eva en mij en volgen hier acht opfris-tips om het laatste stukje voorjaarsvakantie met broertjes en zusjes ook te overleven.

Broer en zus survivaltip 1: Denk aan Hans en Grietje

Ik begin gewoon met mijn favoriete tip. Niks verbroedert zo goed als samen iets spannends ondernemen. Dat is de basis voor deze tip, oftewel: Denk Hans en Grietje. Die deden samen (noodgedwongen) spannende dingen en hadden geen ruzie (althans… niet dat wij weten).

Probeer daarom iets te bedenken waar je kinderen eigenlijk nog net een beetje jong voor zijn en wat je normaal gesproken niet goed vindt, maar wat ze nu wel mogen. Laat hele kleintjes bijvoorbeeld een keer alleen boven spelen (ja, je mag gewoon via de babyfoon meeluisteren), of iets grotere aan het einde van de straat een brief posten. Als ze nog iets ouder zijn, kun je ze misschien met zijn tweeën zelf wat boodschappen laten halen, of samen een cadeautje laten uitzoeken voor oma (of beter nog: voor jou) in de stad. Nou goed… laat je fantasie gaan. Je kunt zelf waarschijnlijk beter iets verzinnen wat bij jouw kinderen past. Ik zag vanmorgen twee hele kleintjes samen bij de bakker brood halen, zonder ouders. Toen moest ik gelijk aan deze tip denken.

Maak er een zo bijzonder mogelijk moment van door te benadrukken dat jij het eigenlijk best spannend vindt en dat je het nooit zou durven als een van hen het alleen zou doen, maar dat je het wel ziet zitten omdat ze sámen gaan.

Kinderen hebben vaak een enorme behoefte aan autonomie (volwassenen trouwens ook, maar die krijgen dat gemiddeld genomen ook iets meer dan kinderen) en daar kom je nu aan tegemoet. Ze zijn nu volledig op elkaar aangewezen en vaak zie je dan dat ze superlief en zorgzaam worden voor elkaar!

Broer en zus survivaltip 2: Zet je roze bril op

Begin dit nieuwe jaar met een schone lei. Control-alt-delete. Haal adem en concentreer je op de leuke dingen van je kinderen. Onder het motto ‘alles wat aandacht krijgt groeit’ is de uitdaging voor vandaag en morgen om alle vrolijke, gezellige, leuke, lieve, oh-kijk-wat-zijn-ze-schattig-samen-momenten flink veel aandacht te geven. Het gemiep, gemopper, geklaag, gepetst, geplaag, gezeur en geneuzel daar let je vandaag en morgen even wat minder op. Verleg je perspectief.

Hoe meer jij je eraan ergert dat je kinderen elkaar de hele dag in de haren vliegen of elkaar op zitten te jutten, hoe meer het je zal opvallen als dit inderdaad gebeurt. Probeer jezelf te trainen in het kijken naar de momenten waarop ze wél leuk met elkaar spelen, wel delen, wel behulpzaam zijn. En denk jij –as we speak- ‘ja, hallo, de mijne maken áltijd ruzie’ dan is dit voor jou dus helemaal een goeie tip om uit te proberen.

Broer en zus survivaltip 3: Zeg het hardop

Zelf met een roze bril naar je kinderen onderling kijken kan al een behoorlijk positief effect hebben op hun band, maar het is natuurlijk helemaal mooi als ze zelf een positief gevoel hebben over hun band (niet alleen voor het Kerstdiner van dit jaar, maar ook voor die van 2042). En het mooie is: daar heb jij invloed op! Hoe? Door op je eigen woordgebruik te letten. Hoor jij jezelf regelmatig dingen zeggen als ‘Zitten jullie nou alweer ruzie te maken!’ of ‘Kunnen jullie nou nooit eens vijf minuten leuk met elkaar spelen!’ dan is dat ook het beeld dat ze zelf krijgen.

Maar wat dan? Geef ze vaker het gevoel dat ze mazzel hebben met hun broer of zus. Bijvoorbeeld door zinnen te gebruiken als ‘Wat tof dat je grote zus je wil helpen bij het aansteken van de kaarsjes. Dan hoef je niet op mij te wachten’ of ‘Toch wel handig dat je een broer hebt hè, anders zou je zo’n vakantie echt saai zijn. Nu kunnen jullie tenminste samen spelletjes doen.’

Broer en zus survivaltip 4: Zorg voor vers bloed

Misschien beginnen jullie – na een week vakantie – inmiddels wel een beetje op elkaar uitgekeken te raken. Onze tip: Zorg voor vers bloed! Oftewel: maak een gezamenlijke date met een ander gezin, of met een vriendin met kinderen: breng nieuwe energie binnen. Of buiten natuurlijk. Want er op uittrekken is bijna altijd een wondermiddel voor hernieuwde energie.

Daten met een andere moeder of ander gezin is dubbele winst: voor jou de kans om op eigen niveau een gesprek te voeren over belangrijke kwesties in de wereld de rechten van de vrouw, de uitverkoop of je goede voornemens. En voor je kinderen is het ook wel fijn om wat verse input te krijgen. Dus: pak nu je telefoon, scroll door je contacten en app die ene vriendin nu voor een dubbeldate. Samen een bos- of strandwandeling maken en na afloop pannenkoeken eten, een uitgebreide lunch klaarmaken en daarna spelletjesmiddag of gewoon lekker bij elkaar hangen en de kinderen met elkaar laten spelen

Gaat zo’n dubbeldate niet lukken of heb je daar nu even juist geen behoefte aan? Kijk of je een speelafspraakje voor je kinderen kunt maken. Als je het een beetje handig aanpakt spelen ze de ene middag bij jou thuis, en een andere dag daar. Heb je dan meteen een middagje vrij om zelf weer even helemaal bij te tanken.

Broer en zus survivaltip 5: Zet ze onder één hoedje

Zo’n vakantie is natuurlijk ideaal om lekker te lummelen. Pyjamadagen, geen tijdschema: het klinkt ideaal en relaxt, maar het kan er ook juist voor zorgen dat het monster van verveling toeslaat en dat jouw kabouters elkaar juist in de weg zitten. Dat ze strijden om die ene Little Pony terwijl er nog zes liggen of uit hun dak gaan omdat zus eerder bij de voordeur was.

En dan bedenk je dé oplossing. We gaan gezellig een spel doen! Met zijn allen onder de kerstboom en dat nieuwe bordspel erbij. Een Monopolie-marathon, Halligalli-galore! Alleen… als je kinderen elkaar al een beetje in de weg zaten, dan kan het tegen elkaar ‘strijden’ juist ook olie op het vuur zijn.

Laat ze samenwerken in plaats van strijden

Voor deze survivaltip is het daarom de uitdaging om een activiteit te bedenken waarmee ze niet tégen elkaar ten strijde te gaan, maar mét elkaar. Laat ze samenwerken, zet ze bij een spel samen in een team en daag ze uit om van jou te winnen. Of bedenk een andere activiteit waarin ze het samen tegen jou moeten opnemen. ‘Eens kijken of jullie sneller de Playmobil kunnen opruimen dan dat ik de vaatwasser uitruim.’ Dan kan het zomaar gebeuren dat ze elkaar juist gaan helpen om jou te verslaan. En straks heb je nog een opgeruimd huis ook 😉

Samenwerkingsspelletjes

Er bestaan trouwens ook bordspelletjes in samenwerkingsvarianten. Voor kleinere kinderen bijvoorbeeld Max de kat, een spel waarbij je samen een zandkasteel moet bouwen voordat de vloed opkomt, of samen de prinses moet redden. Voor kinderen van 10+ is er Escape Room The Game, waar ik laatst dit blog over schreef.

Broer en zus survivaltip 6: wees een summoworstelaar

Begin dit nieuwe jaar eens met een flinke boost aan gelukshormonen. Door lichaamscontact maakt je lichaam gelukshormonen aan. Dus de komende dagen staan in het teken van stoeien, worstelen én… knuffelen! Een goede stoeipartij zorgt voor veel lichaamscontact en veel lol. En laten lachen en knuffelen nou net twee van de belangrijkste dingen zijn die je kunt doen om de sfeer thuis te verbeteren.

Door te knuffelen maak je oxytocine aan en dit stofje speelt een belangrijke rol bij het verbinden van sociale contacten met gevoelens van plezier. Als je lacht komen er endorfines vrij en deze zijn medeverantwoordelijk voor het ontstaan van een gevoel van geluk of euforie.

Je kunt het ook wat rustiger aanpakken natuurlijk: doe een spelletje waarbij ze iets tekenen op elkaars rug en het moeten raden, of laat ze bijvoorbeeld ‘net alsof’ schminken en raden hoe ze door de ander geschminkt zijn. Ook dat is aanraking en contact. Simpel gezegd, je kinderen worden er blij van en gaan elkaar aardiger vinden als ze ook regelmatig lichaamscontact hebben. En zeker als je kinderen van de beweeglijk soort zijn, krijgen ze op die manier ook al een flinke portie beweging.

Broer en zus survivaltip 7: verzin een nieuw gezinsritueel

Een gezinritueel: het kunnen kleine dingen zijn zoals iedere zondagochtend een gekookt eitje met verse jus bij het ontbijt of op vrijdagavond met z’n allen een film kijken. Maar het kunnen ook grotere rituelen zijn zoals een maandelijks uitstapje met z’n allen wat jullie samen bedenken. Juist omdat het terugkerende dingen zijn, krijgen ze meer betekenis en kun je ze ook later blijven volhouden. Er zijn volwassenen die zich nog steeds kunnen verheugen op het eieren zoeken met Pasen in de tuin van hun ouders.

Verzin jullie eigen nieuwe ritueel. Iets wat jullie allemaal leuk vinden: pannenkoekenontbijt op de laatste vakantiedag, iedereen gaat bij iemand anders in huis ‘logeren’, een wandeltocht in het donker om te kijken of de Kerstbomen er nog staan, een wens opschrijven voor het nieuwe jaar en die ritueel verbranden. Samen sushi maken (dat deden wij vorige week, daarover morgen een blog…) Nou ja, wat dan ook. Als jullie er maar lol in hebben.

Broer en zus survivaltip 8: vergeet hun namen niet

En dan eindig ik ook met een van mijn favoriete tips uit het boek Maakt me niet uit wie er begon. Het is een makkelijke en kun je gewoon het hele jaar of de rest van je leven gebruiken, namelijk: noem je kinderen ‘broer’ en ‘zus’. Iedere keer als je normaal gesproken de naam van je ene kind tegen je andere kind zegt, zeg je nu broer(tje) of zus(je). Bijvoorbeeld:

– ‘Wil jij je broer de hagelslag aangeven?’

– ‘Kom, we gaan je zus van het skatepark ophalen.’

– ‘Ik breng je broertje even naar bed.’

Of….. ‘Ga onmiddellijk van je broertje af!’

Doe dit gewoon zo vaak mogelijk. Als je het niet gewend bent het zo te doen, kan het in het begin misschien wat geforceerd overkomen, maar je zult merken dat het went en nog leuk wordt ook. Ik heb er in ieder geval heel veel lol in. Je benadrukt op deze manier iedere keer de relatie die je kinderen met elkaar hebben. Een broer of zus zijn, daar hoef je niks speciaal voor te doen, maar je bént het wel maar mooi.

Vaak broer of zus zeggen kan er ook voor zorgen dat je kind zich eerder trots voelt over iets dat een broertje of zusje doet, dan dat hij er jaloers van wordt. ‘Mijn zus kan heel goed skateboarden’, of ‘mijn broertje spreekt supergoed Engels’ klinkt (en voelt) heel anders dan als je kind hier de naam van zijn of haar broertje of zusje gebruikt. En kinderen doen wat jij doet, dus als jij vaak broer of zus zegt, doen zij dat zelf automatisch ook.

Maakt me niet uit wie er begon

Deze tips komen uit het boek Maakt me niet uit wie er begon dat ik samen met opvoedkundige Eva Bronsveld schreef. Dit boek gaat over de band tussen broers en zussen, over speelgoed delen en sorry zeggen. Maar ook over zelfvertrouwen, veerkracht, inlevingsvermogen en zelf leren ruzies oplossen. 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

2 Reacties

  • Reageer broer-en-zussen-survival tips week twee – Club van relaxte moeders 31 december 2017 at 13:44

    […] te gaan met die koters van je voordat ze weer in de schoolbanken terugkeren. Vorige week schreef ik deel 1 van dit blog met tips om de kerstvakantie met broertjes en zusjes te overleven. Misschien kun je deel 2 van de […]

  • Reageer Zelf sushi maken met je kind - Club van relaxte moeders 2 januari 2019 at 23:33

    […] mijn blog met vakantie-survival-tips van gisteren vertelde ik al over onze nieuwe vakantietraditie: samen sushi maken. Keet en ik deden […]

  • Laat je reactie achter