Lees

2021 voor Inge: loslaten


Net als vorig jaar sluiten we dit jaar af met elke dag een terugblik op 2021 van steeds iemand anders uit ons bloggersteam. Vandaag is de beurt aan Inge.
Die blikt terug op het jaar, en op wat er gebeurde nadat ze het blog ‘Slaapfeest‘ schreef.

2021 is voor mij het jaar van het loslaten.
Het loslaten van al dan niet uitgesproken verwachtingen. Van gemaakte plannen. Van oude patronen en gewoontes. Van weggestopte gevoelens en vastgeroeste overtuigingen.
De pandemie speelde daarin een belangrijke rol.

Dit jaar bleek onverwacht óók het jaar waarin ik mijn zoon moest loslaten. Omdat hij daar soms nadrukkelijk om vroeg en zei dat ik hem niet zo op zijn nek moest zitten. Omdat hij twaalf is geworden, volgend jaar naar de middelbare gaat en steeds meer zijn eigen weg kiest.

Een paar weken geleden schreef ik een eerlijk blog over zijn allereerste slaapfeest. Ik vertelde dat ik rond middernacht mijn oordopjes in deed en het feestje beneden los liet. Omdat ik voelde dat Quin het zelf kon, omdat ik voelde dat Quin het zélf wilde. En ja, er kwam een woede-uitbarsting en ik was er niet om hem te troosten. Maar hij was niet naar boven gekomen, hij was niet naar me toe komen rennen. Hij had het met zijn vrienden zelf opgelost. Toen ik de volgende ochtend het hele verhaal hoorde, voelde ik me eerst schuldig, maar al snel maakte dat plaats voor trots. En niet alleen op Quin.

Het maakte behoorlijk wat los bij de lezer.

Mijn blog was mijn verhaal. En toch maakte het behoorlijk wat los bij de lezer. Hoewel het fascinerend is om te zien hoe verschillend duizenden mensen kunnen denken over een stuk tekst van nog geen 500 woorden, schrok ik ook van alle emoties en van hoe hard mensen over elkaar oordelen zonder het hele verhaal te weten.

Maar de reacties zette me óók aan het denken. In het begin van de pandemie voelde ik heel sterk een gevoel van saamhorigheid. Van sámen komen wij deze crisis te boven. Ik knutselde een rood hart voor het raam, ik brandde kaarsjes, net als vele andere buren. Het ene mooie initiatief buitelde over het andere heen. Hoe verschrikkelijk de crisis ook was, ik kreeg er óók een warm gevoel bij.  
In dat saamhorigheidsgevoel kwamen bij de tweede lockdown de eerste barstjes. Ik kreeg last van noodopvangschaamte en zag andere moeders afkeurend hun hoofd schudden.
Steeds duidelijker kwam de tweedeling inzicht. Nergens zag ik meer rode harten voor het raam. Geen teddyberen die we konden tellen. De pandemie duurt nu al bijna twee jaar, en hoop en daadkracht lijkt plaats te hebben gemaakt voor korte lontjes en frustraties. Die op de meest onverwachte momenten tot uiting komen.  
Ik zie een tweedeling, die zelfs mijn vriendengroep binnensluipt, en ook thuis voor heftige discussies zorgt. Hoorde ik mezelf nou echt zeggen dat we oud & nieuw alleen met elkaar kunnen vieren als je je hebt laten testen?

Was het met die felle reacties op mijn blog niet net zo? Ook daar zag ik de tweedeling terug. Aan de ene kant de moeders die mijn verhaal begrepen en me complimenten gaven. En aan de andere kant de boze reacties: wat was nou eigenlijk de cliffhanger? Ik hield bewust informatie achter, mijn moederschap werd veroordeeld, ja, zelfs mijn werk als weerbaarheidstrainer stond ter discussie.

Dat was ook wat mij het meeste raakte in al die reacties. Dat we – hoe langer de pandemie duurt – alleen maar meer en meer tegenover elkaar komen te staan. Schreeuwend. Veroordelend. Zich niet gehoord voelend. Onmachtig. Verdrietig. In een hoek gezet.

Gelukkig heb ik dit jaar leren loslaten. En Quin had zijn beste feestje ever!

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter