Quin en ik zitten in de auto op weg naar opa en oma.
‘Waar is je bus nou die je wilde meenemen?’ Ik kijk hem van opzij aan.
Quin kijkt zoekend om zich heen. ‘Hier is hij niet.’
‘Ben je hem vergeten?’
‘Ja. Ik denk het wel.’
‘Echt?’
‘Ja.’
Vandaag voel ik me uitgeslapen, dus dit pechmomentje kan ik er prima bij hebben.
‘Wil je dat we hem gaan halen? Zo ver zijn we nog niet,’ brabbel ik vrolijk door.
‘Ja, ik wil hem heel graag mee.’
‘Ok, dan gaan we even terug naar huis. Dat kan gebeuren toch? Dat je iets vergeet?’
Quin knikt twee keer. Oprecht verbaasd dat ik er helemaal geen punt van maak. Geacteerd draai ik met mijn ogen.
‘Suffie. We hadden hem nog wel náást je koffer gezet. Heb je die wél meegenomen? Of ben je die soms óók vergeten?’ overacteer ik verder.
Quin moet er erg om lachen. Opgelucht dat zoiets gewoon kan, zonder dat het erg is.
Als ik Quin zijn bus overhandig, vraag ik hem terloops of de Playmobilkoffertjes nog wel in het bagagebak van zijn bus zitten. Want daar wilde hij juist zo graag mee spelen.
Tot zijn schrik zit er nog maar eentje in.
‘Maar waar zijn die andere dan? Ben je die kwijt?’ roep ik verontwaardigd uit.
‘Denk het,’ antwoordt hij bedremmeld en kijkt naar zijn bus. De koffers zitten nog steeds niet in het bagageruim.
Maar dan veert hij op. De herinnering aan het gesprek van net komt ineens weer terug. Ik zie zijn ogen groter worden en blij kijkt hij me aan. ‘Dat kan gebeuren toch?’ roept hij enthousiast.
Ik vergeet even dat hij zinnen meestal nogal letterlijk neemt en de lading van sommige woorden en de toon meestal niet meekrijgt. En reageer verbouwereerd: ‘Hoe bedoel je, dat kan gebeuren?! Dat we iets even vergeten kan gebeuren, maar iets kwijt maken of kwijtraken is best wel erg, toch?’
Quin knikt. Zich van geen kwaad bewust. Ik merk dat ik even een punt wil maken. Tuurlijk is het niet erg dat hij iets kwijtraakt, maar dat betekent niet dat hij er zo luchtig over hoeft te doen.
‘Jij vindt het toch ook niet fijn als iemand anders je lievelingsbus kapotmaakt of kwijt? Dat wil je toch ook dat hij voorzichtig met je spullen omgaat? Ik wil gewoon dat je zorgvuldig met je speelgoed omgaat! Begrijp je dat?’
Weer knikt hij ja, maar nu met tranen in zijn ogen. Boos omdat hij er niets meer van begrijpt. ‘Waarom mochten we net dan wél het-kan-gebeuren zeggen en nu niet meer?!’
Shit.
Geen reacties