Lees

Zak erin

Sanne is moeder van Lieve en Pepijn. En ze is er maar druk mee.

Pepijn begint erover als ik hem op bed leg. Zomaar ineens. Ik heb een verhaaltje voorgelezen, hem nog even ingestopt, een kus gegeven en dan zegt hij: ‘Mam, ik ken het geheim van Sinterklaas.’

Verbaasd kijk ik hem aan. Ik probeer nog iets met dat ik dat geheim inderdaad ook ken, maar dat het niet leuk is om iedereen te vertellen dat Sinterklaas een hartjesonderbroek draagt en dat de Sint dat lekker zelf moet weten. Maar dat geheim bedoelt hij niet.
‘Remco zegt dat Sinterklaas niet bestaat. Is dat echt zo?’
Wel eens eerder vonden kinderen uit de straat het grappig om elkaar te vertellen dat Sinterklaas niet bestaat, maar niet eerder heeft hem dat aan het twijfelen gebracht. Nu wel. Aan zijn blik te zien wil hij echt weten hoe het zit. Hij zit in groep 4, dit moment moest er eens van komen, maar toch word ik erdoor overvallen. Ik wil het niet. Ik wil niet dat stukje kindermagie verpulveren. En al helemaal niet omdat Remco z’n klep niet kan houden.

Razendsnel ga ik alle scenario’s af in m’n hoofd. 

Razendsnel ga ik alle scenario’s af in m’n hoofd. Moet ik het ontkennen? Zeggen dat Remco het helemaal fout heeft? Moet ik hem nu ineens het hele verhaal vertellen? Zo onvoorbereid? Of moet ik zeggen dat we het er morgen wel over hebben? En dan? Hopen dat hij het vergeet? Hoe deed ik dit bij zijn zus? Waarom kan hij niet gewoon klein blijven en voor altijd in Sinterklaas geloven en op mijn schoot Sinterklaasliedjes zingen? En waarom blijft hij me maar zo indringend aankijken?
Ik knik.
‘Heb ik dan van jullie zó’n duur cadeau gekregen?’ vraagt hij met grote ogen.

Ik lach. Oké, die erkenning voor die veel te dure Legoset is fijn, maar is dit het nu? Is dit het moment waarop het doek valt? Nu geloven mijn kinderen niet meer. In gedachten verkleed ik mezelf als Piet en sluip ik straks de slaapkamer van Remco binnen. ‘Ha! Jij dacht dat ik niet bestond!’ En dan neem ik een grote zak mee waar heel groot SPANJE op staat en daar stop ik hem dan in. En die schreeuwerd van nummer zes ook. Die heeft er niks mee te maken, maar nu ik toch bezig ben, kan die er ook wel bij. Opgeruimd staat netjes.

Pepijn kijkt me met pretoogjes aan. Hij is helemaal niet ontdaan van het nieuws. Hij vindt het prachtig, het geheim, het grote complot van de grote mensen en kinderen en dat hij daar nu bij hoort. Ik vertel hem dat hem nu een belangrijke taak wacht, dat hij ook mag meespelen om het voor alle andere kinderen net zo magisch te laten zijn. Ik geef hem nog een kus.
‘Dank u Sinterklaasje,’ zegt hij. 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter