Lees

Wat als

Michelle is getrouwd met Marcel en moeder van Nova (3) en Amber (8).

‘Amber klaagt over hoofdpijn en ze hangt al een tijdje lamlendig over haar tafel.’
Met een dampende cappuccino voor mijn neus ben ik gefocust aan het werk als ik gebeld word door de juf van Amber. Van de werkstand schiet ik meteen in de moederstand, want dat gebeurt nou eenmaal. In mijn hoofd ga ik door mijn werkagenda om te zien wat ik moet afzeggen als ik haar straks moet ophalen.

Maar niet voordat ik wat vragen heb gesteld, want er begint me iets te dagen. Amber was gister namelijk hard op haar hoofd gevallen. Hierdoor was ze even verdrietig, maar al snel daarna had ze weer praatjes voor tien. Tot ze ’s avonds in bed ineens out of the blue aan mij vroeg wat een hersenschudding en flauw vallen precies was. Kennelijk had ze dat ergens opgevangen. Het voelt voor mij nu dus íets te toevallig dat ze -tijdens schooltijd- precies de symptomen heeft die ik haar genoemd heb. De optie ‘doen alsof’ staat daarom met stip bovenaan. Toch knaagt er ook nog een ‘wat als het geen acteren is’ aan mij.

‘Ik heb zo’n hoofdpijn..,’ zegt ze wiebelig.

‘Mag ik haar anders even aan de telefoon?’ vraag ik.
‘Hoi…?’ klinkt het zachtjes.
‘Hé meissie, wat is er aan de hand?’
‘Ik heb zo’n hoofdpijn..,’ zegt ze wiebelig.
‘Ach wat vervelend. Ik wil je best op komen halen, maar dan kan je vanavond niet bij Noa en Lisa eten,’ vertel ik haar over de plannen waar ze zo’n zin in heeft.
‘Maar vanavond ben ik misschien alweer beter,’ probeert ze.

Ik moet grinniken om haar gevoel voor theater, dat zeker niet zou misstaan op een toneel of voetbalveld.
‘Nee meisje, ziek is ziek, en je kan dan ook niet op de tablet,’ doe ik als aanvullende test.
‘Kan wél hoor,’ zegt ze stellig.
‘Nee Amber, echt niet.’
Ik kan haar boze blik bijna hóren.

Ik hou de hele dag angstvallig mijn telefoon in de gaten.

We spreken af dat de juf haar een Sinaspril geeft en mij belt als het niet gaat, waarna ik de hele dag angstvallig mijn telefoon in de gaten hou en visioenen heb van ambulances en een levenslang schuldgevoel.

‘Hoe gaat het nu?’ vraag ik als ik haar aan het einde van de dag van de BSO haal.
‘Wat dan?’ klinkt het verbaasd.
‘Nou, je was toch ziek?’
‘Oh, na dat pilletje was het over.’

Lachend geef ik de actrice een knuffel. Mijn opluchting ziet ze denk ik niet.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter