Baby, Lees, Peuter

Was ik naïef?

Irma is moeder van vijf kinderen. Haar zoon Guus is 6, haar eerste tweelingdochters zijn 3 en de tweede tweeling is tien maanden. En dat voor iemand die voorheen had bedacht dat ze niet al te veel kinderen wilde, en zeker niet al te dicht op elkaar qua leeftijd. Bij ons op de club deelt ze hoe het haar en haar kinderschare af gaat!

“Oh meisje, ga álsjeblieft slapen.” Mijn wang tegen haar gloeiende babyhoofdje terwijl ik haar zachtjes in mijn armen wieg. Nikkie kreunt en jammert, haar volume neemt gelukkig steeds meer af. Ik werp een blik richting het bedje van haar tweelingzusje en zie dat die ook nog steeds aan het woelen is. Maar ze lijkt gerustgesteld dat haar moeder niet zomaar verdwijnt. Als Nikkie eindelijk slaapt – de klok zegt 2.15 uur -, leg ik haar héél voorzichtig op haar zij in haar bedje. Pfew. Hopelijk kan ik de komende uren nog een klein beetje slapen, want dat is deze nacht nog niet gelukt. Ik pak Judith bij me in bed om haar aan de borst te leggen, en we dommelen samen in slaap. 

Of het enkele seconden of enkele minuten later is weet ik niet, maar ik word wakker van een geluid wat ik op dat moment écht niet wil horen. “Mamaaaaaaa! Ik heb puugt!” 
In haar bed zit een peutermeisje te huilen onder een wilde bos bedhaar, naast haar een vieze vlek op het matras. Ik til haar op en trek haar tegen me aan, de geur van braaksel neem ik voor lief. 

“Och meisje, lieverd, mama is er.” Ik voel de tranen opwellen in mijn ogen. 
Was ik naïef? Nee.
Was ik te optimistisch? Ik denk het niet. 
Heb ik het onderschat? Ook niet. 

Sterker nog, ik was op heel veel voorbereid.

Sterker nog, ik was op heel veel voorbereid. Alle boodschappen waren in huis, de vriezer vol met voorbereid eten, alle was gewassen en gevouwen door Mark. Ik hield rekening met zware nachten, lange dagen, veel luiers verschonen en weinig slapen. Er zou vast iemand flink verkouden worden, iets stuk gaan, of een andersoortig praktisch probleem ontstaan. Ook scenario’s als autoproblemen, stroomuitval en tripjes naar de eerste hulp waren in mijn hoofd de revue gepasseerd. 

Nee, ik was behoorlijk realistisch toen ik aan mijn man voorstelde dat hij met onze oudste zoon naar Canada kon vliegen om daar kerst te vieren met zijn familie. Het zou een pittige week worden voor mij, waarin ik mild voor mezelf moest zijn en mijn verwachtingen moest temperen. Maar de reis die mijn man en zoon samen met mijn schoonzus zouden gaan maken, zou mijn harde werk zeker waard zijn. 

Dat álle vier de meisjes in die week ziek zouden worden, dáár was ik niet op voorbereid. De aftelkalender op de koelkast werd aan het einde van de dag fanatiek afgekruist – door mij, niet door mijn dochters. 

Ze zijn veilig thuis’, app ik naar mijn vriendin. ‘Fijn’, appt ze terug. ‘Wanneer vertrek jij naar je kuuroord?’ 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter