Lees, Peuter

Voordeel van de twijfel

Meike is moeder van een meisje (van 3,5 jaar) en een klein meneertje van negen maanden.

De dochter van 3,5 laat het cadeau zien dat ze van een kindje op de opvang heeft gekregen. Hij is nu vier en vertrekt naar school. Weer een vriend minder in haar groep, maar ze klaagt nog niet. Gelukkig.

In haar tas zit een plastic zak met blauwe rijst en wat frutsels. En een briefje met uitleg. Ik vrees het ergste. Eenmaal thuis wil ze er natuurlijk gelijk mee aan de slag. Ik giet de hele zak in een brede kom en lees op het briefje dat het sensory play is. Ik lees vooral: troep. Ik ben altijd weggebleven van speelmeuk als kinetisch zand en speelrijst. Nul vertrouwen heb ik dat ze er leuk mee zal spelen, zonder dat ik het een week later nog terugvind. Ze is gewoon niet het type dat een uur lang de korreltjes tussen haar vingers laat glijden, met schepjes in de weer gaat, na afloop alles netjes laat en zegt: nu ben ik klaar. Daarbij blijk ik vooral ook niet de moeder die dol is op zand in huis. Of met het geduld om te kijken naar hoe de korrels zich langzaam door de kamer verspreiden.

Misschien is ze inmiddels toch wat ‘netter’ geworden.

Ik besluit haar het voordeel van de twijfel te geven. Misschien is ze inmiddels toch wat ‘netter’ geworden. Ik laat de rijst dus in de kom liggen. Ze heeft twee mini schepjes en er zitten wat kleine houten vlindertjes in de kom. Na een paar minuten denk ik, oh kijk aan. Het kan dus wel. De schepjes worden benut, ze vraagt om een tweede kom en begint de rijst van de ene in de andere kom te leggen. Oké oké. Niet gek, niet gek. Dan begint ze met een schepje te roeren, steeds wilder. Er vallen wat korrels op de tafel en ik zeg dat ze iets rustiger moet roeren. Hartslag wat hoger, korrels op de grond. Aiaiai, maar ik hou me in. Geef haar nog heel even, zeg ik tegen mezelf.

Binnen twee minuten zijn alle bewegingen wilder geworden en lijkt de kom een wild golfslagbad. Ik waarschuw nog een keer. Een laatste waarschuwing volgt: ‘anders gaat het weer in de zak,’ zeg ik. Een hele lading rijst valt naast de bak, op tafel en op de grond. ‘Oké, dan zijn we klaar,’ zeg ik. Stom natuurlijk, want dan reageert ze daar juist extra op. Dus met een veeg met haar arm en hand, belandt er nog veel meer rijst overal. En nog een veeg volgt.

Beginnersfout van mij. Leer mij m’n dochter kennen. Zeg ik nee: dan komt er eerst een duw/zet/zucht/gil/overige handeling uit frustratie. Dat moet natuurlijk nooit met speelrijst binnen handbereik. Zuchtend haal ik de stofzuiger. De rest doe ik terug in de plastic zak. Hop, de prullenbak in. Ik blijk nog steeds niet de moeder die dol is op zand of rijst in huis. We proberen het ooit wel nog een keer. Ooit.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter