Lees

Vaarwel

Drie jaar lang blogte onze Belgische blogger Frauke over hoe zij na het overlijden van haar partner Olivier de draad weer samen met haar kinderen oppakte. Vandaag sluit zij haar blogreeks af. Net als – zoals je hieronder kunt lezen – haar therapietraject. Dank Frauke, dat we met jouw leven mochten meekijken. We wensen je alle geluk in de toekomst, en ik neem met weemoed afscheid van je ❤️

Ik ben bij de psycholoog. Iets ouder dan ik, mannelijk, gegrond.
Sinds november 2019 kennen we elkaar, het moment dat we hoorden dat Olivier ongeneeslijk ziek was, en ik niet meer wist van welk hout pijlen te maken. Ik herinner me het eerste gesprek, de fauteuil, de kussens erin, hoe alles zachtheid uitstraalde en ik voelde: hier is het veilig.

Het is 2025 en ik zit er nog steeds. Minder vaak weliswaar, en in een andere kamer. Maar steeds diezelfde zachtheid, die veiligheid.
Of ik koffie of thee wil, of een glaasje water.
En dan de eerste zin: ‘Frauke.’ Stilte. ‘Hoe gaat het met je?’

Ik herinner me hoe vaak die vraag tranen in mijn ogen bracht. Hoe ik tijdens de autorit naar de afspraak toe nadacht wat ik erop zou antwoorden. Soms was ik totaal verloren, wist ik niet waar te beginnen; soms had ik honderd gedachten die ik allemaal wou vertellen. Nu, een grote vijf jaar later, is het noch het ene, noch het andere.
‘Goed,’ zeg ik. ‘Het gaat goed.’ En ik lach. Hij kijkt me in de ogen en hij ziet dat ik het meen.

‘Ik heb mijn centrum zo’n beetje teruggevonden,’ zeg ik. En ik vertel hem over mijn nieuwe bed, over het vooruit eerder dan achteruit kijken. Hoe ik een kracht in mezelf heb gevonden en met plezier nadenk over mijn eigen toekomst en hoe ik die zelf kan boetseren. Fier ben ik op mezelf. Hij ziet het.

‘De kinderen,’ vraagt hij? ‘Hoe gaat het met hen?’
‘Ups en downs,’ zeg ik. Ze missen hun papa in de grote lijnen en in de kleine details. Op een diploma-uitreiking, maar evengoed wanneer iemand bij ons thuis een kop zwarte koffie drinkt, een geur die voor hen altijd van hun papa zal blijven. Ze missen hem luidop, binnen de muren van ons huis, en in stilte, binnen de muren van hun kamer.
Ik vertel hoe ik er probeer te zijn voor hen, ik hen loslaat en terug aanhaal, naar mijn beste vermogen zonder dat het ooit genoeg zal zijn. Emotioneel word ik ervan, en hij ziet het.

‘De schoonfamilie,’ zegt hij? ‘Lukt dat wat?’
‘Het is wat het is,’ zeg ik. De Engelse schoonmoeder die, door haar verhuis naar haar thuisland na het overlijden van mijn schoonvader, een hoofdstuk voor zichzelf en tegen wil en dank, ook voor ons, afsloot. Het is wat het is. Daarmee is dan ook alles gezegd. Ik berust erin, en hij ziet het.

‘De liefde,’ vraagt hij.
‘Trial & error,’ zeg ik. En we moeten allebei lachen. We denken aan de paar kikkers die ik het laatste jaar kuste, maar die geen prinsen bleken te zijn. Hij weet hoe ik worstel met daten en twee kinderen fulltime in huis. Niets voor hen kunnen verstoppen, tot liefdesverdriet toe. Vertwijfeld maakte het me, maar nu niet meer. Que sera sera, denk ik, en hij voelt mijn vertrouwen.

‘Je job?’
‘Niets nieuws onder de zon,’ zeg ik. Het blijft armworstelen tussen enthousiasme voor mijn job en mijn aanwezigheid thuis bij de kinderen. Tussen ambities om nieuwe horizonten te verkennen, en de moederkloek die steeds opnieuw de bovenhand haalt.
Maar ik probeer creatief te zijn en toch voldoening te blijven vinden. En hij weet het.

‘Je vriendenkring,’ vraag hij. ‘Alles goed?’
‘Alles goed,’ zeg ik. Ze zijn er, al die vrienden, en elk voor een ander stukje van ons. Sommigen voor praktische hulp, sommigen voor lange gesprekken, sommigen om bij uit te huilen, en sommigen gespecialiseerd in pret, of in het mee uitnemen van mijn kinderen. Ze zijn er, net zoals mijn familie. Ze staan er. En wat meer is: ik voel dat ik er ook terug voor hen kan staan. Af en toe zorgen wij voor de pret, en zijn wij de schouder om op uit te huilen. De energie is er terug, en hij voelt ze.

De psycholoog kijkt me aan en zegt: ‘je hebt me niet meer nodig, Frauke. Je kunt het van hieraf aan met zijn drietjes. Wat een traject was het, maar je staat er opnieuw.’
En ik geef hem gelijk. Ik ga hem missen, ik ga hem mogelijks nog wel eens bezoeken voor een gesprekje. Maar ik voel me sterk genoeg om het alleen te doen, met zijn drietjes.
Ik stap buiten bij de psycholoog, de kippen in zijn voortuin kakelen er zachtjes op los, de wind waait geruisloos in het grasveld voor me, de winterzon straalt. In de auto klinkt Meis door de boxen en ik zing mee: ‘Vaarwel is heus geen zonde, zoek maar op’.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter