Lees

Is niet iedereen gevoelig?

‘Mam. Weet je wat echt zielig is?’

Mijn 11-jarige hangt onderuit gezakt op de bank en zapt alle 235 televisiekanalen langs. Ik wil iets te zeggen over kinderen in vluchtelingenkampen, de Indianen in de Amazone of ander groot leed, als mijn 11-jarige zelf al het antwoord geeft.

‘Een jongen in mijn klas moet elke avond meteen na het Jeugdjournaal naar bed.’

Ik knik en slik in dat hij, in tegenstelling tot wat hij vaak roept, het zo slecht nog niet heeft bij ons.

‘En weet je wat echt stom is? De nieuwe juf zei dat ik niet zo brutaal moest doen toen ik zei dat je wel op de achterkant van je rekenboek mag schrijven. En weet je wat ook echt erg was? Dat Kevin op zijn kop kreeg omdat hij te laat was terwijl hij er niks aan kon doen want hij moest wachten op de bus die zijn broer ophaalt.’

Ik wil mijn mond opendoen, maar er komt nog meer.

‘Vandaag was S. niet lekker. Ik voelde dat voordat hij het zei.’

Tussen zijn gemopper over een gebrek aan maaltijden die bestaan uit pizza en (vega) burgers, zijn irritante ouders met hun belachelijke tokkieregels, zijn zusje die een jankebalk is, en de eindeloze reek scheten en boeren is het daar soms ineens weer. Zijn grote invoelende vermogen. Zijn zintuigen staan zo sterk afgesteld dat hij iemands verdriet voelt zonder dat er wordt gehuild, iemands boosheid terwijl diegene lacht. Dat is hard werken, je eigen gevoelens en emoties zijn tenslotte al genoeg om mee te dealen, zeker als kind. Het zorgt vaak voor overprikkeling die eruit komt als boosheid en eindeloos gamen. Want dat verdooft zo lekker.

Ik herken zijn intense beleving, en zijn hang om dat wat af te stompen. Hij speelt Fortnite, ik neem een wijntje. Na etentjes lig ik lang wakker en herkauw de gesprekken. Toen we maanden geleden besloten mijn dochter van school te wisselen, leidde dat tot paniekaanvallen, zo erg vond ik het. Als ik niet zo wars zou zijn van stickers, diagnoses en stempels zou je mijn zoon en mij hoogsensitief kunnen noemen. Of hem een nieuwetijdskind. Mensen beginnen vaak over magnetiseurs, suiker- en lactosevrije diëten en etherische oliën. Mijn mailbox stroomt elke week vol met boeken over gewoon danwel voluit leven met hoogsensitiviteit, bewuster worden van hooggevoeligheid of leven met hooggevoelige kinderen. Ik word daar een beetje kriegel van. Want, denk ik steeds vaker, waarom is het een aparte groep waar een gebruiksaanwijzing voor nodig is? Is niet iedereen gevoelig als we er aandacht aan besteden? Hoeveel hoogsensitieven zouden er overblijven als we onze schermen naar beneden halen en de gevoelens toelaten die binnen in ons leven? Als we onszelf niet zo vaak voorbij zouden rennen? Onze agenda’s en die van onze kinderen wat minder volstoppen?

‘Ik wilde meer werken aan mijn zachte kant,’ zei een man die ik interviewde laatst. ‘Die mis ik in het contact met mijn medewerkers.’ Tijdens de leiderschapstraining bleek al snel dat hij nergens aan hoefde te werken. Hij moest die gevoelens alleen durven toelaten.

‘Ik dacht dat je alles vanuit je hoofd moest doen, dat het over de inhoud moest gaan. Ik groeide op in een gezin waar geen ruimte was voor gevoelens, emotie en intuïtie. Nu vraag ik wat er is als ik zie dat iemand onrustig is tijdens een vergadering, of een gek gezicht trekt. Ik ben op mijn vijftigste eindelijk mezelf.’

‘Zijn er andere kinderen denk je die ook voelen wat jij voelt?’ vraag ik mijn 11-jarige.

Hij schudt zijn hoofd. ‘Ik denk het niet.’

‘Vind je dat erg?’

‘Niet echt.’

Mijn 11-jarige is net zo bijzonder als normaal. Net als zijn moeder.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter