Kleuter, Lees, Peuter

Tuin

We wonen sinds een tijdje in een rijtjeshuis. Een doorzonwoning met een puntdak en een tuin met een schuurtje erin. Nou ja tuin, eerder een tuintje.

Ik ben opgegroeid aan de rand van een dorp in een vrijstaand huis aan een dijk. Met een gigantische tuin die schuin afliep, vanwege die dijk. Je kon er in de winter vanaf sleeën en er stond een grote boom waar mijn zusjes en ik met mijn vader een boomhut hebben gebouwd. Je kon er met een trappetje in klimmen en via de glijbaan weer naar beneden glijden. Er hing een katrol met een mandje tussen de hut en het balkon en zo vervoerden we onze knuffels of het materiaal om het konijn te vangen dat soms in onze tuin rond doolde. Zo waren we de hele dag bezig met een stuk wortel onder een kartonnen doos die met een stokje aan een touwtje omhoog gehouden werd. Als het konijn de wortel zou pakken, trokken wij het stokje onder de doos vandaan en dan hadden we het beestje gevangen, zo bedachten we. Mijn zusje en ik wachtten uren lang, op twee meter afstand van de kartonnen doos omdat we geen langer touwtje konden vinden. We vingen het konijn nooit. Ik heb zulke mooie herinneringen aan die tuin.

Dus toen we echt uit ons appartement groeiden en op zoek gingen naar een nieuw huis, twijfelden we. Willen we in de stad blijven wonen of zoeken we het buitengebied op? Waar je twee keer zo veel huis krijgt en vier keer zo veel tuin? Waar mijn kinderen misschien ook weer een boomhut kunnen maken en mislukte konijnvangpogingen doen.

We kozen ervoor om in de stad te blijven. Omdat we het makkelijker vinden om te genieten van de stad en in de vakanties de rust en ruimte op te zoeken, dan andersom.

Zo net ging mijn lief met Lieve op missie in de stad naar waterpistooltjes. Hij kwam thuis met een zwembad. Van twee bij drie meter. Het past prima. Onze tuin is groot genoeg.

 

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter