Natanja blogt over haar leven als moeder van een zoon van tien en een dochter van twaalf. En over zichzelf natuurlijk 😉
‘Hij heeft zo’n stil leven,’ zeg ik zachtjes. ‘Ik begrijp niet dat hij nergens van aangaat.’ Mijn therapeute heeft thee ingeschonken en steekt twee waxinelichtjes aan. Vandaag is mijn zoon onderwerp van ons maandelijkse gesprek. Omdat ik hem niet altijd begrijp. Maar ook omdat, en dat durf ik nauwelijks hardop te zeggen, hij eigenlijk niet in het plaatje past van hoe mijn kind zou zijn. Bij die gedachte klauwt de schaamte in mijn borst. Mag een moeder wel zo denken?
Hij speelt wel met vrienden, maar hij zit vooral veel thuis.
Ik neem een slok en vervolg. ‘Hij tennist iedere week een uurtje, maar meedoen aan de competitie wil hij niet. Muziek, toneel, de scouting, niets wil hij proberen. Voelt zich daarbij niet senang. Hij speelt wel met vrienden, maar hij zit vooral veel thuis. Vermaakt zich met een boekje of filmpjes kijken of gamen of hangt verveeld in zijn zitzak. Boodschappen, iets koken, meehelpen met klusjes, ook daarop zegt hij nee. Ik sleep hem dan wel mee, maar dat is altijd met conflict. De bios vindt hij leuk, of het jump-park. Maar dat doe je ook niet iedere week. Soms rijgen de weken en weekenden zich aaneen in eenzelfde patroon. En dan vraag ik me af; is z’n leven niet te saai? Komt ‘ie niet tekort?’
Mijn therapeute kijkt me vriendelijk aan. Ik ratel verder. ‘Ik had ook een beeld van mijn rol. Ik zou zijn sportteam gaan coachen. Elke zaterdag langs de lijn staan. Misschien naar een voorstelling gaan waar hij op het toneel staat, een muziekuitvoering van hem bijwonen en dan gloeien van trots. Ikzelf heb die vonk zo nodig, om in beweging te komen, nieuw land te ontginnen, mensen te ontmoeten. In mijn hoofd bestaat het niet dat je dat niet wilt.’ Ik zak achterover in de stoel. Mijn wangen gloeien. ‘Ik hou vreselijk veel van hem. Waarom wil ik dan soms dat ‘ie anders in elkaar zit?’
Mag hij van jou echt zichzelf zijn?
‘Je mag best eens je kinderen niet leuk vinden hoor. Het zijn ook maar mensen’. M’n therapeut schenkt thee bij. ‘Het is ook niet gek dat je hem als ouder wil stimuleren, hem wil voorleven hoe leuk het leven kan zijn. Dat is ook je rol. Maar het is ook belangrijk dat je hem gaat accepteren. Mag hij van jou echt zichzelf zijn? En: wat laat hij zien waar jij iets van kan leren?’ Even later volgt nog zo’n hamvraag. ‘Wat gebeurt er bij jou als jij je voorstelt dat jíj een stil leven zou leiden?’ Een diepe zucht stijgt op vanuit mijn tenen.
Als ik later naar huis rijd, kauw ik op haar woorden. Dat mijn zoon precies het gedrag laat zien waar ik zo weinig mee heb is een interessante spiegel. Zet je gekleurde bril af, gaf mijn therapeute mee. Projecteer niet wat jij vindt dat hij zou moeten doen of vinden. Stop met sturen en kijk onbevangen naar hem. Ik wil dat ook echt; zonder oordeel naar hem kijken en hem omarmen zoals hij is. Want hij is zo lief, leuk, grappig, intelligent, met zo’n groot hart en zo’n rijk gevoelsleven. Er zit niets anders op; ik zal moeten onderzoeken wat ik hierin van hem kan leren. In alle rust, thuis, op de bank.
Geen reacties