Lees

Stedentrip

Natanja blogt over haar leven als moeder van een zoon van negen en een dochter van elf. En over zichzelf natuurlijk 😉

‘Ik vind Londen echt heel stom’. Voor me staat mijn zoon met een bleke snoet, ogen op standje paniek. Zijn schouders schokken onder het gewicht van een zware rugtas, tranen stromen over zijn wangen. Omringd door een lading koffers staan we gevieren op de stoep. Voor ons rijdt de rode dubbeldekker die ons zojuist uitspuugde weer verder. Aan de overkant de typisch Britse pub waarboven we de komende dagen slapen. 

De afgelopen acht uur legden we een reis af per auto, bus, stoptrein, internationale trein, underground en dubbeldekker. Dat tezamen met de kennismaking met een wereldstad vol geluid en mensen in alle maten en kleuren, afval op straat, dodgy wijken, vreemde snuiters in een stadsbus, vergezeld door een temperatuur van boven de 30 graden, wordt onze jongste globetrotter eventjes teveel.  

Mijn zoons’ sensor voor sfeer, emoties, onrecht en kwetsbaarheid staat nogal scherp afgesteld voor een prille negenjarige. Hij zuigt indrukken op, trekt zich dingen snel aan. Dat maakt hem de liefste invoeler, maar het is ook overweldigend. Ik zet onze tassen op straat en neem hem in mijn armen. ‘Kom’ zeg ik, ‘we gaan eerst naar onze hotelkamer en ons installeren. Een nachtje slaap zal je goed doen.’

Zijn fysieke reactie op de stadse vibe is onmiskenbaar.

In de dagen erna ontdekken we de stad. Zodra we de deur uitwandelen slaat de buikpijn toe. Zijn fysieke reactie op de stadse vibe is onmiskenbaar. Als we in verschillende metroritjes een heroïnedealer, alcoholist en een in zurige wollen dekens gehulde dakloze tegenkomen, proberen we hem af te schermen. Zijn zus start vrolijk een gesprek met hem, man en ik proberen zo min mogelijk aandacht te besteden aan het leed dat in onze coupé meereist. Meerdere keren krijg ik de vraag of de zwervers wel geholpen worden. Ik zoek op internet hoe de gemeente hulp organiseert. Dat stelt gerust. 

Dan lukt het me een aanpak te vinden die optimistisch stemt. Ik vraag hem een grote bubbel om zich heen te visualiseren. ‘Daarbinnen zit jouw energie,’ zeg ik. ‘Alles wat er niet hoort, wat niet van jou is, blijft buiten jouw bubbel. Dit beschermt je. Probeer het eens?’
Met dichtgeknepen ogen en een serieus gezicht staat hij op de stoep.

‘Welke kleur heeft je bubbel?’ vraag ik. 
‘Regenboog’.
‘Dat klinkt fantastisch.’ 
We vervolgens onze weg. ‘Hé,’ zeg ik, ‘als ik nou je hand pak, mag ik dan bij jou in je bubbel? Dan zijn we samen veilig.’

In de dagen erna laten we ons in het zonnetje rondrijden door een hop-on-hop-offbus, wandelen in vervoering door de Harry Potter-studio’s, poseren voor de Big Ben, lachen om een levensgrote Lego-variant van de Queen in een speelgoedwinkel met zeven verdiepingen. We bouwen rustmomenten in met pauzes in de stadsparken, en zoon wordt steeds enthousiaster over deze trip. Zo veroveren we samen de stad. Gezellig, in onze bubbel.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter