Lees, relatie

Er is iets mis met mij

“Mam. Er is iets mis met mij.” Het is geen vraag en ik zit ook totaal niet te wachten op een antwoord van de vrouw die in mijn beleving op alles hét antwoord heeft. “Stel je niet aan. Koffie?” zegt ze.

Dit was wel een vraag dus ik hap adem om ja te antwoorden maar ze kent me zo goed dat ze niet eens het antwoord afwacht en de dampende zwarte prut al voor m’n neus schuift. Tegen koffie zeg ik nooit nee. Net als tegen eten en wijn. Of bier. Alcohol in het algemeen zeg maar. Tegen stapavondjes of festivals zeg ik ook nooit nee, evenals tegen karaokeavonden of roze koeken.

Tegen mannen zeg ik de laatste jaren altijd nee. Soms heel snel, soms te laat. Als de woorden trouwen en kinderwens vallen, ren ik er als een gek vandoor. Maar ik begin eigenlijk ook al in stevige pas weg te lopen als het puntje ‘voorstellen aan ouders’ zich aandient.

“Ik kan het gewoon niet,” mompel ik terwijl er koffie langs mijn lippen mijn nek in drupt. Ik veeg met mijn mouw de koffie uit mijn nek en pak een mergpijpje want die zijn óók prima. “Misschien ben je op zoek naar een roze koek maar kun je met een mergpijpje ook tevreden zijn?” klinkt uit de oude wijze mond. Ik vind de vergelijking nogal ranzig en ook onnodig. Ik ben helemaal niet kieskeurig, geen zeikerd, en zeer zeker niet perfect.

Ik kan me niet binden.

Die conclusie heb ik inmiddels, na veelvuldig analyseren van mezelf, wel getrokken. Maar waarom ik het niet kan krijg ik maar niet boven tafel. En of ik me überhaupt wel wil binden aan iemand, vraag ik mezelf ook hard af. Ik zie het niet als een gemis, maar meer als een geluk dat ik aan niemand vastzit en enkel met mezelf opgescheept ben. Al is dat met mezelf opgescheept zitten de laatste tijd ook behoorlijk vermoeiend en ingewikkeld. Wat een geluk.

“Ga anders weer eens naar die therapeut.” Ik kijk naar de mond die deze woorden produceerde alsof ze zojuist zei dat er inderdaad iets mis met mij is. Maar ze heeft gelijk, en ik zal je nog mooier vertellen, de afspraak staat al gepland want dit briljante idee had ik zelf ook al bedacht. “Je hebt gelijk.”

Eenmaal thuis plof ik op de bank. De kinderen zijn dit weekend bij hun vader dus ik heb alle ruimte en kies de meest overzichtelijke plek op het bankie. Ik kan zelfs kiezen welk dekentje ik pak; bruin of okergeel, en welk zenderknopje ik indruk op de afstandsbediening. Ik zet mijn bril op die binnen handbereik ligt en mompel bij gebrek aan gezelschap wat tegen de vaatwasser die volgens de omschrijving geluidloos zou moeten zijn maar een teringherrie maakt.

Ik werp een blik op mijn vrolijk ingerichte woonkamer. Hij is bijna perfect. Maar wat mist is…. een wijntje. Een kus. Een harig been om tegenaan te liggen. Iemand die vraagt en luistert naar hoe mijn dag was. Er is niks mis met mij. Het lukt alleen niet helemaal vanzelf.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter