Lees

Snel rondje

Natanja is moeder van een dochter (10 jaar) en een zoon (7 jaar), die ze vorige week voor het eerst alleen thuis liet.

‘Wat doen we, laten we ze allebei thuis?’ Mijn man en ik staan in de keuken op fluistertoon te overleggen. We willen samen naar een tegelzaak want de verbouwing begint bijna, maar doen dat bij voorkeur zonder de kinderen. Die hebben een spuughekel aan iedere winkel die geen Toys XL heet. Zonder hen kunnen we een snel en effectief rondje door de winkel maken. Ze blijven wel vaker samen even thuis, maar deze winkel ligt niet naast de deur. We zijn dus niet in vijf minuten terug bij onraad of rampen. Of ruzie. 

‘Moet wel kunnen, toch?’ zegt mijn man zacht. Ik werp een blik in de woonkamer, waar zoon en dochter verdiept in een Donald Duck op de bank liggen. 
‘De jongste ook, kan dat al? sis ik. ‘Blijft dat gezellig, zo samen?’
Ik denk even na. Durf ik dit los te laten?

De wil om dit snel te kunnen regelen overheerst, we besluiten ervoor te gaan. Er hangt een post-it met onze telefoonnummers in de keuken, we hebben een vaste telefoon dus ze kunnen altijd bellen, ze kennen het alarmnummer, we hebben aardige buren om naartoe te vluchten en ze worden vandaag vast niet overvallen door een malafide pakketbezorger. 

Zal er iets onoverkomelijks misgaan tijdens onze afwezigheid?

Van achter hun duckies klinkt een koelbloedig: ‘Is goed hoor mam, hoe lang duurt het?’ als we het voorleggen aan de kinderen. ‘Een uurtje, en anders bel ik.’ We stappen in de auto. Ik weet niet goed wat ik nu voel: ben ik ontaard en zal er iets onoverkomelijks misgaan tijdens onze afwezigheid, of geniet ik van dit snelle uitje samen? Ik kies voor het laatste. 

Vijf minuten later gaat mijn telefoon.
Zoon: ‘Hoi mam! mogen we een snoepje?’ 
‘Tuurlijk mag dat. Haal maar iets uit de snoeppot.’

We arriveren bij de winkel. Na drie tegelsoorten bestudeerd te hebben klinkt opnieuw mijn telefoon. Dochter: ‘Ha, mam, alles goed hoor, hier! Waar zijn jullie nu?’
‘We zijn bij de tegelwinkel moppie, zoals ik had verteld’.
‘Oké, succes met kiezen!’

We doen een rondje en raken in gesprek met een winkelmedewerker. Dit keer klinkt gezoem uit de jaszak van mijn man. Opnieuw onze zoon: ‘Pap, wanneer zijn jullie thuis?’
‘Over twintig minuten, tot zo jongen.’

Eenmaal terug op de parkeerplaats bespreken we ons net niet ongestoorde rondje winkel. ‘Volgens mij gaat het goed thuis,’ zeg ik, ‘maar ik had niet echt het gevoel dat ik de handen vrij had.’ ‘Ja,’ lacht mijn man. ‘Ik vraag me af wie hier nu het meeste moeite had met loslaten.’

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter