Marloes is moeder van Willem (6 jaar) en Guusje (4 jaar) en blogt over haar rommelige en drukke leven.
“Guus, wat ben je aan het doen?” Mijn kleuter staat voor de spiegel in de gang, met een gekleurd briefje boven haar hoofd en trekt een soort van scheve duckface. “Ik maak een selfie!” Ze rolt nog net niet met haar ogen als ze me antwoord geeft. Als ik vraag wat dat dan is, een selfie, zucht ze diep. “Een foto maken van jezelf met je telefoon!”
Nu ik het gekleurde briefje wat beter bekijk, zie ik inderdaad dat het niet zomaar een briefje is, maar een nauwkeurige tekening van een smartphone. “Wil je er ook op mama?” Ik lach en met een denkbeeldige klik is onze selfie gemaakt. Een van de maar liefst 93 miljoen selfies die wereldwijd per dag gemaakt worden, blijkt uit onderzoek van ExpressVPN.
Met een tevreden knikje loopt ze denkbeeldig append terug naar de gang.
“Vind je ‘m leuk?”, vraagt ze als ze haar “telefoon” aan me geef. “Oh ja, heel mooi. Stuur hem maar naar oma.” En met een tevreden knikje loopt ze denkbeeldig append terug naar de gang. Even denk ik terug aan mijn eigen jeugd, waarin smartphones, selfies en appen nog niet bestonden. Maar zij weet niet beter. Direct vers uit de buik had ze haar eerste kennismaking met een smartphone en niet veel later maakte ik de eerste selfie van haar verkreukelde hoofd en mijn wallen.
Een eerste selfie van velen die volgden. Want inmiddels zijn we ruim vier jaar verder en zou ik als echte millennial zeker 1,54 selfies per dag maken, blijkt uit hetzelfde onderzoek. En dat klopt wel. Sterker nog; ik denk dat ik het gemiddelde met gemak overschrijd sinds mijn kinderen echt bewust zijn geworden van het selfie-fenomeen.
Zo stuurt Guusje graag foto’s via mijn telefoon naar haar vriendinnen als ze iets moois gemaakt heeft, of nieuwe kleren aan heeft. En Willem wil dat ik selfies van hem met gekke bekken stuur naar zijn neefjes of ooms. Inmiddels hebben ze ook de filters ontdekt op Instagram en kruipen ze graag op schoot om samen als hondje of hun favoriete Disney-karakter op de foto te gaan.
“Mag ik ‘m zien?” is steevast het eerst wat ze vragen.
“Mag ik ‘m zien?”, is steevast het eerst wat ze vragen, een nanoseconde nadat de foto gemaakt is. “Nee hij moet opnieuw”, wanneer de foto net niet goed is volgens mijn kleine criticus. Weer glijden mijn gedachten af naar “vroeger”. Je vader of moeder maakte sporadisch een foto. Op vakantie ging een fototoestel met een, of hooguit twee, rolletjes mee en pas weken nadat je terug was, werden die foto’s eens ontwikkeld. Stond je met je ogen dicht voor de Eiffeltoren, dan had je pech.
Een gilletje uit de gang brengt me terug naar het nu. “Wat is er Guus?” Boos stampt ze de kamer in, het gekleurde briefje in tweeën. “Mijn telefoon is gescheurd!” Ik kan een lach niet onderdrukken als ik haar op schoot trek. “Mag ik dan een selfie maken met jouw telefoon?” Natuurlijk vriendin, maar daarna weer lekker buitenspelen, net als “vroeger”.
Geen reacties