Lees

Roofdier

Michelle is getrouwd met Marcel en moeder van Nova (3) en Amber (8).

‘Euwwww!’ gilt Amber.
‘Euww euww euwwww!’ echoot haar zusje erachteraan.

Ik vroeg de meisjes net te komen eten, maar nu kijk ik vol walging naar de situatie in onze achtertuin, waar onze doorgaans lieve knuffelkat vol overgave een muis aan het verorberen is. Ik moet kokhalzen van haar gekauw en hoe dat hele knaagdier in stukken in haar bek verdwijnt. Alsof het niets is.

‘Gátverdámme!’ roep ik geschokt, maar realiseer me dat ik naast mijn misselijke gevoel ook twee kleine meisjes, die nog steeds hysterisch om me heen staan te springen, moet managen.

‘Zielig!’ riepen mijn meiden.

Ons roofdier Annabel heeft weer eens een muis gevangen.
‘Zielig!’ riepen mijn meiden.
Omdat ik de mening van mijn dochters deel en muizen zelfs schattig vind, probeerde ik het beestje nog van onze poes af te pakken. Maar ze keek me luid grommend en met ogen als een leeuw aan.

‘Laat haar maar,’ zei ik toen Amber mijn voorbeeld probeerde te volgen. Vooral omdat ik zag dat de muis inmiddels naar de eeuwige muizenvelden was vertrokken.

‘Tsja meiden, het is erg zielig voor de muis, maar Bellie is een roofdier,’ bagatelliseerde ik. Hoewel ik er net zo ontdaan van was als zij. Ik kan namelijk slecht tegen doodmaak-taferelen. Ik kijk ook nooit naar natuur-documentaires met een roofdier in de hoofdrol. omdat er vroeg of laat altijd een snoezige impala op gruwelijke wijze het loodje legt en dit een nadelig effect heeft op mijn nachtrust.

Mijn meiden hebben dezelfde gevoeligheid en we hebben al verschillende prooien van Annabel een plechtige begrafenis moeten geven. Dit omdat ze ze meestal ongeschonden voor de deur legt. Deze bloederige Walking Dead-achtige toestand had ik dan ook niet aan zien komen.

‘Kijk maar niet,’ is het enige wat ik in shock kan prevelen.

‘Kijk maar niet,’ is het enige wat ik in shock kan prevelen, terwijl ik de meiden als afleidingsmanoeuvre naar de tafel probeer te dirigeren waar het eten nog steeds op ons staat te wachten, en waar we vervolgens beduusd gaan zitten.

‘Ik moet er steeds aan denken,’ zegt Amber met haar handen voor haar ogen.
Onpasselijk kijk ik naar de rode tomatensaus op mijn bord, ‘ik ook meissie, ik ook.’

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter