Lees, Zwanger

Oerkracht

Maud is nu 28 weken zwanger. Ze houdt ons wekelijks op de hoogte over hoe ze dat ervaart.

We staan met zestien dames in een kring en volgen de docente in haar bewegingen. Met de armen omhoog tot de borst en dan omlaag, waarbij we onze voeten stevig tegen de vloer drukken. “In door de neus, hmmm… En uit door de mond, haaa…”

Met één oog spiek ik naar mijn groepsgenoten. “Hadden we onze mannen nu maar meegenomen, hadden zij ook nog wat van kunnen leren!” grap ik naar mijn zwangere buurvrouw.

“Doe je ogen open, plaats één been naar voren en ga in de rotshouding staan,” vervolgt de juf. “Als je stevig staat, maak je gebalde vuisten, steeds bij een uitademing zeggen we krachtig ‘ha!’ en slaan we op onze buik. En voor de zwangeren: sla maar op je heupen!”

Ineens heb ik eigenlijk helemaal niet meer zo’n zin in deze cursusdag.

Mijn zwangere studiegenootjes en ik wisselen een paar blikken. Oh ja, reality check: dit is een Rots & Water training en geen zwangerschapscursus, ook al beslaan we met z’n zessen meer dan een derde van de groep. Het slaan, ook al is het op mijn heupen, voelt gek. Ik doe het niet met de volle overtuiging die van ons wordt gevraagd. Ineens heb ik eigenlijk helemaal niet meer zo’n zin in deze cursusdag. Misschien toch beter om dit te volgen als je niet zwanger bent.

De medemoeders in spé lijken er net zo over te denken. Eentje neemt zuchtend plaats in een stoel, een andere pakt haar flesje water erbij en een derde begint een mandarijn te pellen. Dat doet mij denken aan de appel in mijn tas en ook ik neem even pauze, terwijl ik toekijk hoe de rest nu twee aan twee elkaar probeert om te duwen. Nee, hier heb ik nu echt geen kracht voor.

“Hoe is het met het klussen? Babykamer al klaar?” smiespelt mama mandarijn. We raken verwikkeld in een fluistergesprek over muurschilderingen, verschillende maten ledikantjes en bijpassende tapijtjes. Oftewel, over een scala aan onderwerpen waartussen alleen zwangeren de samenhang zien.

Zelfs de yogamatjes, die bij de volgende oefening worden gebruikt, trekken mijn aandacht niet. Maar dan hoor ik ineens: “jouw persoonlijke doel!” Hè, wat? Welk doel, voor wanneer?

“Dat schrijf je op de achterkant van een houtblok en uiteindelijk slaat iedereen haar eigen blok doormidden.” Met grote ogen kijken we elkaar allemaal aan, ook de niet-zwangere dames. Als zij al twijfelen over hun krachten, wat moeten wij dan wel niet?

Op haar blote voeten neemt de docente plaats voor haar houtblok en wij zijn ineens en masse muisstil. Kan ze die echt kapot slaan?

“HA!” roept ze krachtig en pats, het blok ligt in tweeën.

Ik hoef niet na te denken. Kracht of niet, dit wil ik doen. Op mijn knieën voor mijn houtblok haal ik een paar keer krachtig adem vanuit mijn centrum en stel me voor hoe ik onze zoon ter wereld breng. Na drie keer ademen voelt het goed: op een ferme “HA!” sla ik krachtig en yes, mijn doel valt in twee stukken op de grond.

Ik heb geen pufcursus meer nodig joh.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter