Lees

Naar huis

Sanne is moeder van Lieve en Pepijn. En ze is er maar druk mee.

De tassen met gevouwen kleren zijn veranderd in tassen vuile was. De tijdschriften liggen bij het stapeltje oud papier. De waslijn met eeuwig drogende badhanddoeken is leeg. In de voortent staat een rij vol koffers, tassen, lege flessen en opgestapelde spelletjesdozen. Het grote Tetris voor gevorderden kan weer beginnen.

Mijn lief stapt langs de rij met onze volledige huisraad (volgens mij hebben we alleen de piano thuis gelaten) en kijkt naar onze fietsen. Dan kijkt hij naar de fietsendrager. En weer naar onze fietsen. Nu kan hij wel Master of Tetris zijn, vier fietsen plaatsen op een fietsendrager voor twee, lukt zelfs hem niet.

‘Dat wordt een keertje op een neer rijden vanavond,’ besluit hij. Hij klinkt opgewekt, zoals hij alle problemen opgewekt tegemoet treedt. Ik ben iets minder verheugd. Ik vind het al zo lastig om los te komen van alle gezinsgezelligheid in de vakantie. Om dan meteen bij thuiskomst helemaal alleen op de bank te zitten, vind ik wel een heel harde landing.

‘Lieve en ik kunnen anders ook naar huis fietsen? Dat is te doen, toch?’ opper ik. Hij is meteen enthousiast. Lieve ook. Direct knutselt hij een idyllische knooppuntenroute in elkaar en schrijft de nummers op een stukje karton dat hij uit de stapel oud papier trekt. Lieve gaat een andere broek aantrekken. Ik kijk ondertussen op Google Maps. 45 kilometer, zegt Google. 2,5 uur. Misschien moet ik voortaan eerst de afstand checken, voor ik met zo’n fantastisch idee kom.
‘Gaan we?’ vraagt m’n dochter.

We komen geen knooppuntenbordjes tegen. Wel kerkgangers in chique kleren.

We zwaaien en we vertrekken. Het is mooi weer, we hebben er zin in en we mogen straks een ijsje. Maar het is zondag. We komen nergens een café of snackbarretje tegen dat open is. We komen trouwens ook geen knooppuntenbordjes tegen. Wel kerkgangers in chique kleren.

Bij iedere bocht moeten we stoppen om de route opnieuw te checken. We fietsen om. En nog een keer om. De koekjes zijn op. Het is warm, we zijn moe en hongerig. Dit was niet helemaal het fietstochtje dat ik in gedachten had.

We zijn al twee uur onderweg, maar we hebben besloten door te zetten. Lieve en ik praten over de schepping waar ze laatst over heeft geleerd op school en over de oerknal. We hebben het over wat we geloven. We hebben het over jezelf mogen zijn en mogen houden van wie je wilt. We hebben het over zorgen voor elkaar en voor de natuur. We zien vijf reeën en als we afstappen zien we het reekalf vlak voor ons, verscholen achter her riet. Ik app de locatie door naar het thuisfront. ‘Still going strong!’

Als we bijna vier uur onderweg zijn, herken ik de omgeving. Nu duurt het niet lang meer. En dan ineens komen mijn lief en Pepijn ons tegemoet gefietst. Ze zetten hun fietsen aan de kant en applaudisseren als we dichtbij zijn. Het is half acht en we hebben honger als een paard. Maar we hebben het gered! Wat is het een mooie tocht geweest en wat een prachtige gesprekken hebben we gevoerd.

Als Lieve en Pepijn ’s avonds op bed liggen, kruip ik tegen mijn lief aan op de bank. Ons laatste avondje samen. Ik val meteen in slaap.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter