Lees

Maar mama, wat moet ik dan doen?

Toen mijn oudste bijna twee was, had ik goede hoop. Van mij mocht-ie verven en ik zou hem in zijn ontluikende schilderkunst geen strobreed in de weg leggen. Wat was ik trots op het resultaat: vloer, bank, kleren, handen, voeten en papier zaten van top tot teen onder de verf. Het werk hangt nog steeds vol trots aan de muur: mijn kind zou zich niet laten belemmeren door vieze of gescheurde kleren en zou zich onbevangen in elk avontuur storten. Dat zou wel goed komen met dat avontuurlijke (buiten)spelen.

Dus stimuleerde ik mijn zoon van kleins af aan naar buiten te gaan, te gaan spélen. De wind en de zon op zijn huid te voelen. Te gaan ontdekken, te doen, te durven, verhalen te bedenken, zichzelf opnieuw uit te vinden. Buitenspelen is gewoon fijn, voor alles, voor de vitamine D, de weerstand, de blosjes op de wangen, het geluk. Ik wilde dat hij met een gelukzalige glimlach in een plas regenwater zou springen. In bomen zou klimmen. Tot zijn navel in de modder zou zitten. Zandtaartjes zou bakken. Moddersoep zou koken. Weer of geen weer. De werkelijkheid bleek toch net even anders.

Dan kijkt hij me meewarig aan. Wat wil die vrouw van mij?

Het is niet zo dat mijn zoon nooit buiten speelt. Integendeel. Maar áls hij gaat is dat met een vastomlijnd plan. Dan gaat hij voetballen op het veldje. Of hij gaat skeeleren. Met zijn beste vriend. Langs de molen en dan een snoepje halen bij Oma Koffie. Of Jachtseizoen spelen met vriendjes uit de buurt.

Maar soms heeft hij dus geen plan. En weet dan zelf niets te verzinnen. ‘Ga lekker op avontuur’, roep ik dan. ‘Trek erop uit, pak je fiets, doe alsof je Freek Vonk bent, waan je in de jungle, kruip over de grond, ga op zoek naar dieren, maak je verhaal!’ Dan kijkt hij me meewarig aan. Wat wil die vrouw van mij? Ik zie hem nog in de tuin staan en om zich heen kijken: ‘Maar mama, wat moet ik dan dóen?’

Bij het ene kind zit het er meer in dan bij het ander

Hoe anders is zijn zusje. Bij haar hoef ik de tuindeur maar open te zetten en weg is ze. Als ik met haar naar de supermarkt loop doen we er altijd een half langer over. Elke stap is een verhaal, elke vier stappen een avontuur. Een lieveheersbeestje dat ze even gedag wilt zeggen ‘omdat ie zich anders zo alleen voelt’, die mooie geel rode blaadjes ‘het lijkt wel een regenboog!’ van dichtbij bewonderen, in elke boom, lantaarnpaal of hek klimmen, omdat ze een Power Ranger is die ‘echt heel sterk is, kijk, mama, kijk!’

Bij het ene kind zit er gewoon méér in dan bij het ander. En ik snap ook wel dat mijn ‘Ga op avontuur!’ dan niet echt helpend is. Mijn zoon heeft gewoon wat meer aansturing nodig. Duidelijkheid. Ideeën. Tips. Juist omdat ik zie dat hij enorm van het buiten-zijn geniet. Omdat het hem goed doet. Omdat hij dan even uit zijn hoofd is en zichtbaar kan ontspannen. De volgende stap is hem ervan overtuigen dat vies worden mag, nee, moet zelfs!

Buitenspeelideeën opdoen op speelbeweging.nl

Kinderen zitten steeds vaker binnen. Achter hun tablet. Aan hun huiswerk. Of gewoon omdat het regent. Dat is eigenlijk ontzettend jammer. Als ouder probeer ik mijn kinderen zoveel mogelijk buiten te laten spelen. Omdat buitenspelen gezond is, omdat je er blij van wordt, omdat het je ontwikkeling prikkelt. Jantje Beton is het goede doel dat zich al ruim 50 jaar lang samen met kinderen inzet om kinderen uitdagender en avontuurlijker te laten spelen. Heb je net als ik soms wat moeite om nieuwe dingen te bedenken voor je kinderen? Op www.speelbeweging.nl staan allerlei toffe en originele speeltips. Bijvoorbeeld: maak een doolhof van herfstbladeren, knutsel een bootje en laat het door het regenwater varen of organiseer je eigen Olympische Spelen met zelfbedachte onderdelen zoals lantaarnpaalklimmen. Eens kijken wat mijn oudste dáárvan vindt😉

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter