Lees

Een vriendelijke voetbalwedstrijd, in New York?

Susan verhuisde met haar inmiddels twaalf-jarige zoon en haar man naar New York. Ze zouden na een jaar terug gaan, maar besloten na het rare corona-jaar toch nog even te blijven.

“Ik had vanochtend een vriendelijke wedstrijd.” Onze zoon is met oma aan het facetimen. Hij vertelt vrolijk over de voetbal en zijn teamgenoten. “Oh die zijn ook aardig dus?” vraagt oma.

Toen hij deze zomer kon overstappen naar een van de betere voetbalclubs van New York was onze jongen supertrots. Door covid was het een rare overgang. Gelukkig kon er gewoon worden doorgetraind, maar voor en na de training moesten er mondkapjes op, en ouders mochten nog niet op het veld. Dus verzamelden we ons achter het hek om op afstand naar onze kroost te kijken. In de eerste gesprekken achter dat hek merkten we al dat de druk er hier meer op lag dan bij zijn vorige buurtcluppie. Sommige ouders reden anderhalf uur naar de training en weer terug en hadden hun leven ingericht op de toekomstige voetbalcarrière van hun zoon. Uitblinken op het veld kan namelijk op den duur leiden tot een beurs voor college, dus er stond wat meer op het spel dan alleen een potje voetballen. 

Maar ook de jongens van het team waren een stuk fanatieker. De warming up zag er uit als eentje van een club in de eredivisie en tijdens de training werd er hard en serieus getraind. Erna was er weer tijd voor grapjes. 
Niet alleen het niveau maar ook het testosterongehalte van deze 12- en 13-jarigen lag behoorlijk hoger. Streetwise geworden in de grote stad New York waren de meeste ook niet op hun mondje gevallen en de come on’s en what the fucks vlogen regelmatig over het veld. Zo vriendelijk ging het er niet altijd aan toe. 

Ik speur in alle berichten of ze het op onze voetballer hebben gemunt

Ik moest daar wel even aan wennen. Leuk dat het niveau van voetballen zo hoog is en iedereen wil winnen, maar mijn Hollandse mentaliteit wil toch ook dat het een beetje gezellig blijft. Zou onze bescheiden Nederlandse jongen zich hier wel staande kunnen houden?

‘s Avonds op de bank scroll ik regelmatig door de app groep van zijn team. Vooral de grote bonkige spits en het felle kleine middenveldertje hakken regelmatig semi-grappig bedoeld op elkaar in. “Man, you are built like a second grader.”  “Well dude, you act like one.” Volgens mijn vriend is dat typisch haantjes puberjongensgedrag en echt niet zo anders dan in Nederland. Ik kan er niet altijd om lachen en speur in alle berichten of ze het wellicht op onze voetballer hebben gemunt. 

Moeten we met de coach bespreken dat het er niet altijd even vriendelijk aan toe gaat?
“Nee dat ga je echt niet doen mama,” roept onze voetballer verontwaardigd. “Meestal is het gewoon grappig. Als ik het niet grappig vind dan laat ik het echt wel horen. Of ik negeer het gewoon.”
Ben ik nou overgevoelig of moet ik toch ingrijpen? 

Inmiddels zijn we een paar maanden verder en heeft onze voetballer op zijn eigen bescheiden manier zijn plekkie wel gevonden. “Ja we speelden lekker. De spits zei zelfs dat ik de man of the match was,” hoor ik hem nu enthousiast tegen oma vertellen. Ik glimlach. Het was inderdaad een vriendelijke wedstrijd. De app-groep laat ik voorlopig weer even met rust.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter