Kleuter, Lees, Peuter

Kut

Mijn stopwoord is kut. En dat is best kut wanneer je een kleuter-gedraagt-zich-als-peuter en een peuter-gedraagt-zich-als-kleuter in je aura hebt rondbazuinen.

Maar helaas zijn erin in mijn dagelijkse mensenbestaan gewoon een heleboel dingen die deze kwalificatie verdienen. Met vlag en wimpel staat op nummer één het Kruidvat. Die winkel waar je een complete hindernisbaan moet afleggen om ook maar één tubetandpasta te kunnen vinden. Maar ook zaken als langzaamwerkende stoplichten, te hard opgedroogde handdoeken, bevallen, afgebroken gelnagels, gelnagels over het algemeen, lege telefoonaccu’s, kapotte airco’s, ongesteld zijn, knopen in schoenveters, kapotte eieren, rotte eieren, te kleine eieren en biologische eieren die niet biologisch blijken te zijn. Dat vind ik eigenlijk allemaal….uuuh juist ja.

Een wijs man (of was het een vrouw?) schreef ooit dat het opvoeden van kinderen overbodig is wanneer jij zelf een goed voorbeeld voor jouw kinderen bent. Kinderen schijnen nogal kopieergedrag te vertonen, en dat werd bevestigd door de peuter-gedraagt-zich-als-kleuter met het woord ‘appelmoeskut’.

De oudste reageerde plaatsvervangend voor mij op de uitspraak en oké, ik geef toe, het klonk alsof ik mezelf hoorde praten: ‘Je mag geen woorden zeggen als je niet weet wat het betekent.’

Ik vroeg of ze wisten wat de betekenis van het woord was, maar ze bleken het beiden totaal niet te weten. Er volgden wat blinde gokjes als; een onderzeeboot, een ufo onder het bed en een krokodil met een groeiachterstand. Of hoe noem je zo’n beest. Hier noemen ze het een masalander en ik begrijp exact wat ze bedoelen.

Maar nee. Écht snappen doen ze het geen van beiden zo blijkt uit mijn onderzoek ter plaatse.

Even overweeg ik nu eerlijk te gaan zijn aangezien ik ook geen zin heb ik nachtelijke escapades over ufo’s onder bedden of kinderen die mij vannacht om 02.16 uur wakker komen maken om te vertellen dat ze ineens wél weten wat kut betekent en dan wederom met een niet-kloppende betekenis aan komen zetten.

‘Een kut is een spleet,’ zeg ik daarom kordaat.

Vier grote ogen kijken me aan en twee schaterlachende monden spetteren speeksel in mijn gezicht.

‘Dus jij hebt een kut? En oma heeft ook een kut? En ik heb ook een kut?’

Ik knik beamend.

Ineens lijkt er niks meer te lachen. Hét o zo interessante verboden woord is ineens iets heel gewoons. Iets wat de hele vrouwelijke bevolking met zich mee sleurt. Ongesteld of niet. Het hoort erbij. En nee, het klinkt niet erg smakelijk uit de mond van een driejarige en dus wij houden het hier zolang mogelijk op de beschaafdere versie namelijk, appelmoesspleet. En als je een deze dagen iemand scheldend met het woord ‘spleet’ door de paden van het Kruidvat ziet lopen, negeer haar dan vooral. Of geef hoogstens een bemoedigend knikje. Ik doe mijn best.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter