Lieve staat in haar pyjama op haar blote voetjes in de gang. Te wachten tot ik klaar ben met haastig heen en weer lopen. Waar is die egel? Ze is net wezen logeren, het zal toch niet… Hij ligt niet in de koffer, niet in de luiertas en ik ben zelfs nog voor de zekerheid naar de auto gelopen om te kijken of-ie niet toch ergens in een hoekje van de kofferbak lag. Maar hij is nergens te bekennen. We zijn haar knuffel vergeten.
Ze kijkt me met haar grote ogen aan. De hoopvolle verwachting maakt haar bruine kijkers nog groter dan ze al zijn.
“Ik kan ‘m echt niet vinden, lieverd.”
Ze laat haar hoofd in één ruk naar beneden vallen. Als een marionet waar de poppenspeler het touwtje van laat glippen. “Nou…” zegt ze en ze steekt haar onderlip ver vooruit.
“Kom, we gaan Pepe (Vlaams voor opa) even een berichtje sturen of hij daar nog is,” stel ik voor. Dat wil ze wel.
Uiterst geconcentreerd en weloverwogen typt ze een berichtje dat bestaat uit plaatjes van taart, ijs, veel bananen en wat dieren. Nu krijgt mijn familie wel vaker een berichtje dat uit louter plaatjes bestaat, maar ik vraag me af of mijn vader begrijpt dat die paar bananen en kikkers ‘ligt mijn knuffel nog bij jullie’ betekenen. Voor de zekerheid typ ik er ook nog maar een berichtje achteraan.
Al vrij snel krijgen we twee foto’s terug. Op de eerste foto krijgt de knuffel een kus en op de tweede foto ligt hij innig verstrengeld met een schaap met halfgesloten ogen in het logeerbed.
“Egel en schaapje gaan lekker slapen!” lees ik voor.
“Egel gaat nog meer logeren!” zegt Lieve vrolijk. Nu is het mijn beurt om haar met grote ogen aan te kijken. Waar blijft de huilbui? Het stampvoeten? Het gillen? Accepteert ze dat egel 100 kilometer verderop in een ander bed ligt?
“Dan ga ik je nu naar bed brengen met een andere knuffel,” zeg ik. Ik verberg mijn verbazing en zet mijn gezicht in de moeder-pokerface-plooi. Die waarmee ik uitstraal dat de huidige gang van zaken doodnormaal is en ik helemaal niet iets anders verwacht.
Als ze na een paar minuten een andere knuffel dicht tegen zich aantrekt in bed en ik de deur van de slaapkamer achter me dichttrek, wil ik heel graag met mezelf high-fiven. Nu maar hopen dat het morgen weer zo gaat.
2 Reacties
En wat een geweldige oplossing van opa en oma! Goed bedacht van de foto, soms kan iets heel simpels genoeg zijn……
Voor andere gevallen, waarbij de knuffel echt definitief zoek is geraakt, kan het handig zijn om het prentenboek “Toverdruppels” voor te lezen. Het verhaal legt een basis om verdriet te kaderen. Het verdriet mag er zijn. Zo leren ze rouwen in kleine stapjes. Ook het werken met tranenflesjes (http://talismanneke.be/2015/09/ieder-zn-eigen-toverdruppelflesje/) kan nog lang na het lezen van het verhaal troostend werken, omdat er een erkenning is voor het verdrietige gevoel.