Natanja blogt over haar leven als moeder van een zoon van 11 en een dochter van 14. En over zichzelf natuurlijk 😉
‘Mam, ik ben zo misselijk’. Als een stervend vogeltje ligt mijn zoon op de bank. De horrorgriep van seizoen ‘24- ‘25 heeft genadeloos toegeslagen, bij hem zelfs al voor de tweede keer. Waar ik had verwacht dat hij de dag gamend zou doorbrengen nadat ik hem op school heb ziekgemeld, ligt hij nu klam en lodderig doelloos voor zich uit te staren.
Plotseling rolt hij van de bank en neemt een spurt richting het toilet. Ik haal opgelucht adem als hij de pot haalt en niet ergens het behang van een nieuw bruinig dessin voorziet. Dan start ik de VIP-treatment die je verdient als je elf bent en griep hebt. Ik leg mijn werklaptop aan de kant, maak een washandje koud, hurk naast hem en veeg zijn betraande wangen en klamme voorhoofd af. ‘Hè jongen toch,’ zeg ik. Ik spoel door, aai hem door zijn haren, sus dat hij zich hierna vast wat beter zal voelen.
Vandaag laat hij het zich allemaal bibberend aanleunen.
Rillend en bleek staat hij even later voor me. ‘Kom,’ zeg ik, ‘ik zet je onder de warme douche, en dan moet je maar even gaan slapen.’ Als het water op temperatuur is sop ik hem af en wikkel hem daarna in een badlaken. Ik mag allang de badkamer niet meer betreden als hij daar nakend rondloopt, maar vandaag laat hij het zich allemaal bibberend aanleunen.
Eenmaal in bed schud ik zijn kussen op, stop hem in en zet het raam op een kier voor wat frisse lucht. Ik haal paracetamol en een glas water. Dan neurie ik een liedje, op mijn allermooist. Aai hem nog eens over zijn hoofd.
Ik stop abrupt met neuriën.
Plotseling opent hij zijn ogen, ze staan ineens verrassend helder.
‘Mam? Kun jij misschien weggaan? Ik heb liever papa.’
Ik stop abrupt met neuriën. ‘Ja hoor,’ zeg ik verbouwereerd. ‘Dat kan.’
Hoezo je vader, denk ik, ik ben al twintig minuten met je in de weer, ik vertroetel je aan alle kanten, ik neurie heel liefdevol een liedje, en nu ben je me zat?
Ik klop nog even op zijn dekbed en loop naar beneden.
‘Hij wil jou liever’, zeg ik tegen mijn man. Ik kan de belediging in mijn stem niet onderdrukken.
‘Oh jee,’ lacht hij.
‘Ja,’ zeg ik. ‘Het zal de koorts wel zijn.’
Geen reacties