prikpaniek
Lees

Prikpaniek

Marloes is moeder van Willem (8 jaar) en Guusje (5 jaar), en sinds kort zij-instromer op een basisschool. Ze blogt over haar rommelige en drukke leven.

‘Mama, ik wil echt niet, ik ben bang.’ Mopperend en klagend sjokt mijn zoon van het voetbalveldje naar me toe. ‘Ik weet het, zeg ik, ik weet het. Je mag ook bang zijn, maar we gaan toch.‘ En dus fiets ik richting de gevreesde ‘negenjaarsprik’, alsof zijn arm geamputeerd moet worden.

Achterop de fiets leunt hij zwaar tegen me aan. Of het pijn doet, hoeveel, hoe lang, hoe dik de naald is—vragen die ik inmiddels op de automatische piloot beantwoord. Ik knijp in zijn been en blijf herhalen dat ik snap dat het spannend is, maar ook waarom deze prik belangrijk is. Met een diepe zucht laat hij weten dat hij het begrijpt.

Voor de ingang van het consultatiebureau wordt hij stil. Hij knijpt zijn knuffel fijn en kauwt op zijn mouw. Bij de balie duikt hij weg achter mijn jas, in de wachtkamer laat hij zich met een diepe zucht op een stoel zakken. Ik weet: dit is de stilte voor de storm.

En ja hoor, als zijn naam wordt geroepen, barst die storm los. ‘Ik wil niet!’ Ik pak zijn hand en loop met hem mee. In de prikruimte tuurt hij naar de naalden op het bureau. ‘Ga daar maar zitten’, zegt de verpleegster vriendelijk. Heel even doet hij dat, maar zodra ze zijn mouw optilt, springt hij op. De paniek komt binnen met een schreeuw, tranen stromen over zijn wangen. ‘Ik wil mijn mama!’

De verpleegster en ik wisselen een blik

Ik ga zitten en trek hem op schoot. ‘We doen het samen’, zeg ik. Maar stilzitten doet hij niet. Hij spartelt, draait, trekt zijn arm weg. Ik kan nog zoveel zeggen, als de meest gentle parent, maar zijn paniek wordt alleen maar groter. En ik weet: ik ga hier niet weg zonder prik. De verpleegster en ik wisselen een blik en gaan over tot actie. Ik houd zijn arm stevig vast, zij zet de prik. Zijn gil is oorverdovend. ‘Je doet me pijn!’ Nog een kreet en dan: klaar.

Hij springt op, trekt zijn trui aan en kijkt me aan met een verbaasde lach. ‘Het deed helemaal geen pijn!’ Hij lacht, de verpleegster lacht, ik lach. In de wachtkamer treffen we een vriendje. ‘Was jij dat, Willem?’ vraagt hij met grote ogen. Mijn zoon grijnst. ‘Ja, maar ik was een beetje aan het overdrijven. Het deed echt geen pijn!’

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter