Krissie is moeder van twee pleegkinderen. Ze schrijft voor ons over het pleegouderschap. Deze keer over haar dertienjarige pleegdochter Vera en haar knuffelallergie.
‘Ik geef je geen kus hoor.’ Vera’s stem klinkt luid en duidelijk terwijl ze vrolijk haar tas op haar rug slingert. ‘Tot vanmiddag, mam!’ Met een harde klap gooit ze het autoportier achter zich dicht en snelt ze op een holletje richting het schoolplein. Ik kijk in mijn achteruitkijkspiegel om te zien of ik veilig weg kan rijden. Het regent hard en de ruitenwisser zwiept fanatiek van links naar rechts over het kleine raam van mijn Fiat 500. In de auto achter ons zie ik een meisje haar moeder uitgebreid knuffelen en vlug nog een extra zoen geven voor ze uitstapt. De moeder lacht. Zou ze beseffen wat voor bofkont ze is?
Het lijkt wel gisteren dat Vera ook nog zo knuffelbaar was. Als peuter zat ze het liefst de hele dag tegen me aangekropen op de bank en de eerste jaren van de basisschool wierp ze zich na schooltijd altijd fanatiek in mijn armen als ik haar kwam ophalen. Maar sinds de puberteit z’n intrede heeft gedaan is alles anders geworden. Inmiddels moet ik het doen met het af en toe mogen geven van een vluchtige nachtzoen op haar voorhoofd of erger nog: een ijskoude boks tegen haar gebalde vuist voor het slapengaan.
Soms zijn er momenten dat ze het eventjes vergeet.
Soms zijn er momenten dat ze het eventjes vergeet, haar knuffelallergie. Zoals die keer dat ik ineens een vreselijk hormonale huilbui kreeg tijdens het avondeten. Ik had buikpijn, was moe en baalde gewoon van alles en iedereen. Met haar mond nog propvol spaghetti Bolognese omhelsde ze me troostend. ‘Het komt wel goed, mama, ik voel me ook weleens zo rot als ik ongesteld moet worden.’ En die andere keer, toen er na twee jaar coronagedoe en telkens alleen maar negatieve uitslagen ineens toch twee felrode strepen op haar zelftest verschenen. Vera schrok daar zo van dat ze hevig snikkend op mijn schoot kroop. Met volle teugen geniet ik van deze momenten ongeremde dochterliefde, terwijl ik me zo stil mogelijk houd. Want benoemen hoe fijn haar spontane knuffels zijn zou zo’n magisch moment waarschijnlijk bruut verstoren.
Voordat ik het knipperlicht van mijn auto aanzet en het stuur naar links draai om de weg weer op te keren, kijk ik nog even naar mijn grote Vera. Ondertussen is ze al bij de schoolpoort. Alsof ze mijn blik voelt draait ze zich om en zwaait. Heel even denk ik dwars door de regendruppels op mijn zijraam te zien dat ze stiekem een kushandje mijn kant opblaast.
Geen reacties