Lees

Jeuk

Ingelise is moeder van drie kinderen (van 9, 7 en 3) en blogt sinds kort voor de Club over haar leven als moeder. Vandaag over …. luizen.

In de rij voor supermarkt voel ik een kriebel op mijn hoofd en in mijn nek. Had ik die vanochtend en gisteren niet ook al? Of misschien zelfs al eerder? Ik probeer het te negeren maar weet eigenlijk wel hoe laat het is. Hoe lang is het geleden sinds de vorige keer? Een maand of vijf denk ik. Is het echt alweer zo ver? Ik kan nog net een diepe zucht onderdrukken. Ik heb hier zó geen zin in. Toch zal ik eraan moeten geloven. Ze zijn er weer: luizen!

Gezien mijn al meer dan een jaar durende status als thuiswerker en mijn door de lockdown beperkte sociale leven, weet ik vrij zeker dat ík het ongedierte niet ergens buiten de deur heb opgelopen. Een van mijn drie spruiten moet dus al minstens een paar weken rondlopen met een broeinest op zijn of haar hoofd.  Om de een of andere reden –  is het de structuur van mijn haar? lekker ruikend bloed? – lopen die beesten altijd over naar mij, terwijl ze mijn man met rust laten. Hij laat de schone taak van het bestrijden dan ook geheel aan mij over.

De middelste is – heel toevallig – net verdwenen naar haar kamer om te gaan spelen.

‘s Avonds aan de eettafel breng ik het slechte nieuws: “Jongens, ik voel luizen. We moeten weer kammen.”
“Ieeeek,” gilt mijn negenjarige dochter. “Heb jij luizen??? Dan kom ik niet meer bij jou in de buurt!”  Ze spurt naar het andere end van de kamer. Mijn driejarige zoon – die inmiddels ook wel weet wat er staat te gebeuren – gooit er een prachtige volzin in: “Nee hoor, ik hoef dat niet, luizenkammen.” De middelste is – heel toevallig – net verdwenen naar haar kamer om te gaan spelen.

Onder luid protest moeten ze er even later toch alle drie aan geloven. Gewapend met een luizenkam en een stuk wit papier onderwerp ik ze een voor een aan een grondig onderzoek. Mijn geoefende oog speurt naar neetjes en kriebelende pootjes. En ja hoor, daar verschijnt het eerste gevreesde exemplaar al tussen de tanden van de kam. Zie je wel, het is gewoon de negenjarige. “Voelde je geen jeuk?” vraag ik haar. “Mwoah,” zegt ze, “af en toe.” Zucht.

Twee weken, meerdere vette coupes van de luizenshampoo en heel veel avonden kammen later lijken we eindelijk weer jeukvrij.  “Snap je nou waarom je altijd je staart in moet houden op school,” zeg ik tegen mijn dochter. Ze mompelt iets onverstaanbaars terug. Tevreden laat ik me even later in een stoel vallen met mijn boek. Niet hoeven kammen betekent toch maar weer vijf minuten leestijd. Uit mijn ooghoek zie ik een berichtje binnenkomen in de klassenapp. “Luizen gevonden! Kijken jullie allemaal je zoon of dochter even na?”

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

1 Reactie

  • Reageer Alice Ermes 3 juni 2021 at 16:43

    Af en toe een paar druppels tea tree oil bij je gewone shampoo helpt ontzettend.

  • Laat je reactie achter