Lees

Iedereen is anders

Quin doet dingen altijd net even anders dan anderen.

Wordt er in de klas een stoomboot geknutseld en gaat bij iedereen de stoom naar links, dan waait de stoom bij Quin naar rechts. Zit iedereen netjes op zijn matje te wachten tot de yogales begint? Dan zit Quin er náást. Staat de hele klas klaar om een liedje voor te zingen? Dan zit Quin op een stoel. Is iedereen lopend, dan gaat Quin op de fiets.

Het is niet zozeer dat Quin per se dwars wilt zijn, of dat hij heel graag anders wílt doen. Integendeel. Anders zijn vindt hij maar wat ingewikkeld. Vooral omdat mensen er dan op gaan reageren en dat hij dan geen idee heeft wat hij terug moet zeggen.

Het weerhoudt hem er niet van op te vallen.

Zoals laatst. Toen wilde hij – net als zijn opa – zijn leren slippers aan, mét sokken erin. Dat het buiten rond het vriespunt was, deerde hem weinig. En omdat ik weet dat hij soms boos kan worden als mensen er toch iets van durven te zeggen, bereidde ik hem een beetje voor: ‘Als iemand het gek vindt, of stom, zeg je gewoon: ik vind het wél leuk!’ Daar had hij wel oren naar. Want hij vond het ook echt heel leuk. Om op zijn opa te lijken. En om die slippers naar school aan te trekken. Terwijl de rest van de klas gympen droeg. Toen later bleek dat niemand er iets van gezegd had, was dat bijna jammer.

Maar het gaat niet altijd zo voorbeeldig, natuurlijk. ‘Iedereen is anders,’ is zo ongeveer een mantra bij ons aan tafel. Iedereen is anders, en dat is helemaal prima. De een houdt van een boterham met pindakaas met hagelslag, terwijl de ander liever kaas wil. Zo wilt de één altijd met de graafmachine spelen terwijl de ander meer behoefte heeft om politietje te spelen. De een wordt verdrietig als een speelafspraak is afgelopen, de ander juist bozig. Zo reageert iedereen anders omdat iedereen anders is.

‘Mama, ik wil vanaf nu elke dag mijn horloge om. Mag dat?’
Hij steekt zijn arm al naar me uit. Als ik zijn mouw opstroop om zijn horloge om zijn pols te doen, zegt ie: ‘Nee-hee. Ik wil mijn horloge óver mijn mouw. Dat weet je toch?’
‘Waarom doe jij nou nooit eens iets zoals het hoort?!,’ flap ik eruit voordat ik besef hoe verschrikkelijk dit klinkt.
Quin kijkt me blij aan: ‘Maar mama, iedereen is toch anders?’
En hij huppelt de deur uit.

Vorige bericht Volgende bericht

Ook leuk

Geen reacties

Laat je reactie achter