Miloe heeft een zoon van 13 en dochter van 10. Toen ze afgelopen week een artikel las over huilbaby’s werd ze even teruggeworpen in de tijd.
‘Baby in slaap laten huilen? Je leert je kind dat er niemand komt.’ Ik stop met scrollen door mijn Facebook-timeline en klik op het artikel waar deze kop bij hoort. Een kinderpsycholoog vertelt dat er soms EMDR-therapie nodig is bij kinderen die als baby niet getroost zijn: ze hebben er een trauma van opgelopen. Het artikel somt de desastreuze effecten van de cry-it-out methode op: slecht voor de hersenontwikkeling, de hechting, de algehele emotionele ontwikkeling en het zelfbeeld. Een slaapcoach doet er nog een schepje bovenop. ‘Je hoopt dat je baby op een bepaald moment helemaal stopt met huilen omdat hij weet dat er toch niemand komt. Dat is ontzettend verdrietig.’
Als ik het artikel wegklik, voel ik een vage pijn in mijn buik. Ik ben weer terug in de grijze winter van 2007/2008, ik zie de oordoppen, het kussen dat ik over mijn hoofd duwde, zijn rood aangelopen gezicht, de woedend trappende beentjes, de eindeloze rondjes met de kinderwagen, met mijn baby in de draagzak, met de Maxi-Cosi in de bakfiets. ‘Het is vast waar van die hechting,’ typ ik bozig in het Facebook-reactieveld, ‘maar als je een huilbaby krijgt is dit te makkelijk gezegd. Constant, heel hard gehuil, maakt je als gloednieuwe moeder met gierende hormonen niet alleen wanhopig, je hebt het gevoel langzaam gek te worden.’
Nadat ik op enter heb gedrukt zoemen de vele goedbedoelde opmerkingen van vreemden door mijn hoofd, alsof ze niet dertien jaar geleden, maar gisteren zijn gemaakt.
‘Hij heeft zeker honger.
‘Hij is vast moe.’
‘Misschien heeft hij het koud?’
‘Zo, die heeft goede longen!’
‘Alle baby’s huilen, dat hoort erbij!’
Ja alle baby’s huilen. En een huilbaby gijzelt je. We konden niet naar verjaardagen, niet thuis blijven, we konden niet naar een cafeetje, niet naar de winkel, ik durfde op een gegeven moment zelfs niet meer buiten te wandelen zoveel lawaai produceerde mijn zoontje. Het enige dat hem kalmeerde was eten, en dus was ik hele dagen aan het voeden. Ik voelde me een mislukkeling, het was alsof ik niet tegen mijn baby op kon. En ja, uiteindelijk lieten we hem zo nu en dan huilen, zoals ik in deze blog beschrijf. Na drie maanden verhuisden we hem naar zijn eigen kamertje zodat we konden slapen, ik vond het hartverscheurend om hem daar alleen te laten, maar ik zag ook dat hij zichzelf in slaap moest huilen, de dag van zich af moest schreeuwen. En ik huilde een paar meter verderop vanuit mijn eigen bed mee.
Die erkenning, zoveel jaar later kwam binnen als een mokerslag.
Toen ik jaren later voor een opdracht op bezoek ging bij een huilbabypoli, vertelde de medewerkster dat ouders meestal ten einde raad zijn als ze hun baby brengen. ‘Een huilbaby is zo zwaar.’ Die erkenning, zoveel jaar later kwam binnen als een mokerslag. Want in dat eerste jaar heeft nooit een consultatiebureaumedewerkster gevraagd hoe het met mij ging als ik vertelde dat mijn baby ‘wel heel veel huilde.’ Hij was vooral kerngezond, groeide goed en was beresterk. En ik, geen ster in hulp vragen, knikte dan schaapachtig. Wat zeurde ik nou?
De huilbaby is nu een 1.86 lange tiener, nog steeds onverzadigbaar, maar nu met tosti’s (die hij zelf maakt). Hij had niet het geduld om baby te zijn weet ik inmiddels, alles ging hem te langzaam, kwam te heftig binnen, moest er uitgeschreeuwd worden. Nog steeds krijg ik rode vlekken als ik een baby hoor huilen, én van artikelen die het zo eenzijdig benaderen. Zoveel moeders zouden het anders doen als ze wisten hoe. Daarom zeg ik tegen iedereen die niet op een roze, maar op een zwarte wolk zit: huil niet zoals ik in je eentje in je bed. Slik je tranen niet weg in het openbaar, maar huil. Huil na een ongevraagd advies, huil in de supermarkt, huil op het consultatiebureau, huil bij de slager. En zorg dat niet alleen je baby, maar vooral ook jij wordt geholpen.
2 Reacties
Toen ik deze blog las, kon ik weer een stukje afstand nemen (na 8 jaar) van het schuldgevoel wat ik voel. Mijn oudste dochter was een huilbaby. Een aantal weken na de geboorte is ze opgenomen geweest op een huilpoli. Ik was ten einde raad! Het huilen en geleefd worden maakte dat ik zo emotioneel werd dat mijn dochter er alleen maar meer door ging huilen en onrustiger werd. De roze wolk is er nooit geweest, ook niet bij mijn tweede en dat vind ik jammer. De babytijd is voorbij gevlogen, maar had het ook graag anders willen beleven.
Ik heb nu twee mooie dochters, maar ergens zit nog dat verlangen van een roze wolk.
Dit is zo herkenbaar. Dat een huilbaby je gijzelt. Het is ontzettend zwaar en ik kan ook nog steeds niet tegen baby gehuil. Fijn dat je eindelijk erkenning hebt gekregen. ❤️