2020. Het jaar dat we nooit meer gaan vergeten. We zaten niet allemaal in het zelfde schuitje maar wel in dezelfde storm. Wij sluiten het jaar af met elke dag een terugblik op dit jaar van steeds iemand anders uit ons bloggersteam. Vandaag blikt Maud terug.
“Hoe gaat het bij jullie?” appt mijn vriendin.
Ja, hoe gaat het bij ons? We werken, we eten, we spelen met onze kleine man, we slapen. En dat op repeat.
“Rustig aan,” antwoord ik, terwijl ik de werkmail nog eens check.
Wat valt er te melden over al die werkuren, de zoveelste wandeling in het weekend, de sushi van gisteravond en de Griek van de avond ervoor?
“Zuigen!” hoor ik ineens vanuit de keuken. Als ik niet meteen reageer, volgt, harder: “Mama!”
Ik spring op van de bank en zie ons ventje met de ministofzuiger in de weer. “Aan, aan!”
“Moet ie aan?” vraag ik lachend.
“Aan!” roept ie nog eens luid en duwt dan precies hard genoeg op de knop. “Bzzzzz,” begint het apparaat te zoemen, en onze dreumes beweegt er trots mee over de keukenvloer.
De ochtenden werden steeds vroeger, de dagen drukker.
Onze agenda’s werden in maart ineens blanco. Eindelijk kreeg ik tijd voor de boeken die al een paar jaar op m’n nachtkastje lagen te wachten om gelezen te worden. En om op tijd naar bed te gaan, in plaats van naar de bandrepetitie, vergaderingen of afspraken met vriendinnen. Met onze temperamentvolle jongeman was dat niet verkeerd. De ochtenden werden steeds vroeger, de dagen drukker. Hij ging zitten, staan, lopen, rennen, klauterde de trap op, trok alle kastjes open en uiteindelijk ook de deuren. Met alle gevolgen van dien.
De eerste bloedlip en de eerste open wenkbrauw. Ons eerste bezoekje aan de spoedeisende hulp. En ons tweede een week later. Voordat ik moeder werd, dacht ik dat ik kon multitasken. Maar dit jaar kwamen mijn skills pas echt in de buurt.
Ik wrijf over mijn linker bovenarm, die steeds vaker irriteert.
“Wat goed dat jij eens rustig aan doet!” complimenteert mijn vriendin me via de app. Ik denk aan de webinars die ik de afgelopen maanden volgde, elke week minstens één. Ik zie de werklaptop, nog open, op de keukentafel. Hij lonkte wel erg vaak, verklappen ook mijn productiecijfers die nooit zo hoog waren als dit jaar. De vuile pannen staan nog in de gootsteen, te wachten op een wasbeurt na het kookfestijn van vanavond. Ik wrijf over mijn linker bovenarm, die steeds vaker irriteert. Wordt tijd dat onze jongen meer in zijn eigen keukentje gaat koken dan meekijkt in de onze, terwijl ik, hem dragend, met één hand probeer een maaltijd te fabriceren.
2020 bood rust. Meer tijd met mijn mannen. En meer tijd voor mezelf als psychotherapeut. Want, een jaar na mijn diploma mocht ik het leren niet verleren. Maar bij echte rust denk ik aan me-time. Noodgedwongen is dat er nu ’s ochtends wel voor de spiegel. Een nieuw kapsel vraagt tenslotte om een nieuwe touch. Maar of ik het wel echt rustiger wíl? Liever heb ik in 2021 weer wat meer te melden. In blogs voor de club. En aan mijn vriendinnen op de app. Of nou, doe dan maar in het café.
Geen reacties